P4 werkwoordspelling (alle vormen)

P4 werkwoordspelling (alle vormen)

In deze LessonUp worden de spellingsregels van alle werkwoordsvormen kort herhaald. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P4 werkwoordspelling (alle vormen)

In deze LessonUp worden de spellingsregels van alle werkwoordsvormen kort herhaald. 

Slide 1 - Tekstslide

Let op! 
Voor je gaat bepalen hoe je een van de verschillende werkwoordsvormen gaat schrijven (pvtt, pvvt, vd, bn, inf.) stel je altijd eerste de vragen:



Is het werkwoord de persoonsvorm?
Wat is de persoonsvorm in de zin?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: 
Je kunt in een samengestelde zin alle persoonsvormen vinden.
Je kunt de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

De altijd opgewekte buurman zwaaide vriendelijk naar ons.
Wat is de persoonsvorm / wat zijn de persoonsvormen in deze zin?
A
opgewekte
B
opgewekte, zwaaide
C
zwaaide, vriendelijk
D
zwaaide

Slide 4 - Quizvraag

Ik wil weten of hij dat belooft.

Wat is de persoonsvorm / wat zijn de persoonsvormen in deze zin?

A
wil
B
wil, belooft
C
belooft
D
wil, weten

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg 
Je zet de zin in een andere tijd. De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvorm.

Ik wilde weten of hij dat beloofde. 

Slide 6 - Tekstslide

De zus van mijn vriendin …….. dokter.

Kies uit:

A
wordt
B
wort
C
word

Slide 7 - Quizvraag

Wil je mij het verhaal alsjeblieft vertellen? Ik ……… van nieuwgierigheid.

Kies uit:
A
brandt
B
brant
C
brand

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoel: 

Je kunt de persoonsvorm verleden tijd correct spellen.


Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel: 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel: 

Slide 11 - Tekstslide