W3 Taalverzorging: Spelling woorden met trema , woorden als alle(n), beide(n) en hoofdletters

Leerdoelen Taalverzorging 5
25. Ik weet wanneer een woord een trema krijgt en pas dit toe.
26. Ik weet wanneer een woord als alle(n), beide(n) en enkele(n) wel / geen -n krijgt aan het einde en pas dit toe.
27. Ik weet wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken en pas dit toe.

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Taalverzorging 5
25. Ik weet wanneer een woord een trema krijgt en pas dit toe.
26. Ik weet wanneer een woord als alle(n), beide(n) en enkele(n) wel / geen -n krijgt aan het einde en pas dit toe.
27. Ik weet wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken en pas dit toe.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Trema of niet?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 3 - Quizvraag

In welk woord is het trema onjuist gebruikt?
A
reünie
B
geüpload
C
weëig
D
beëindigen

Slide 4 - Quizvraag

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd

Slide 5 - Quizvraag

Trema? Koppelteken?
poeziealbum
A
poëzie-album
B
poezieälbum
C
poëzieälbum
D
poëziealbum

Slide 6 - Quizvraag

Op welk woord komt er GEEN trema?
A
voltooiing
B
efficient
C
Azie
D
tweeenvijftig

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

(...) leerlingen leren nooit voor een s.o.
A
sommigen
B
sommige

Slide 9 - Quizvraag

Van alle(n) studenten hebben vele(n) een voldoende gehaald voor hun toets.
A
alle, velen
B
allen, vele
C
alle, vele
D
allen, velen

Slide 10 - Quizvraag

Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 11 - Quizvraag

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld.
A
beide
B
beiden

Slide 12 - Quizvraag

Wij gingen met zijn (....) naar de bioscoop.
A
alle
B
allen

Slide 13 - Quizvraag

Katten zijn leuk. (...) vind ik vervelend
A
Weinige
B
Weinigen

Slide 14 - Quizvraag

Ik heb twee zussen. Ze zijn (...) erg goed in taal.
A
beide
B
beiden

Slide 15 - Quizvraag

De kippen waren (...) ontsnapt.
A
alle
B
allen

Slide 16 - Quizvraag

Hans had twee foto's gemaakt. Ze zijn (...) mislukt.
A
beide
B
beiden

Slide 17 - Quizvraag

In onze kast staan de oudste(n) dropjes voor de nieuwste(n)
A
oudste, nieuwste
B
oudsten, nieuwste
C
oudste, nieuwsten
D
oudsten, nieuwsten

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat is goed?
A
Mevrouw Van Den Elzen
B
Mevrouw van den Elzen
C
Mevrouw Van den Elzen
D
Mevrouw van den elzen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Meneer L. Van der Elzen
B
Meneer L. van der Elzen
C
Meneer L. Van Der Elzen
D
Meneer L. van der elzen

Slide 21 - Quizvraag

Goed of fout?

1800 leerlingen deden mee met de quiz.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

Goed of fout?

Tijdens Kerstmis houden we een Kerstdiner.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Verbeter onderstaande zin.

Tijdens Kerstmis houden we een Kerstdiner.

Slide 24 - Open vraag

Goed of fout?

Op maandag heb ik Engels, Nederlands en Geschiedenis.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quizvraag

Verbeter onderstaande zin.

Op maandag heb ik Engels, Nederlands en Geschiedenis.

Slide 26 - Open vraag

Goed of fout?

In het Eindhovens Dagblad las ik dat winkelcentrum De Bus gerenoveerd wordt.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Goed of fout?

'S middags gaan we zwemmen.
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quizvraag

Verbeter onderstaande zin.

'S middags gaan we zwemmen.

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk
Bestudeer blz. 30, 32, 33 en 35
Maak opdr. 11, 12, 13 en 14 blz. 30, 31, 32, 33, 34 en 36

Slide 30 - Tekstslide