§5.3 + §5.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

§5.3 Soorten bewegingen

Lesplanning:

1. Opstart: herhaling 
2. Opgaven §5.3 maken
3. Uitleg §5.4
4. Verslag - verwerking  
   &
   starten met het huiswerk

Inhalen

• Ruben - PO water
• Frederique, Matz en Lara  - SO H3 water

§4.3 afstand,tijd-diagram

Aan het einde van deze les kan je ...

• met een afstand,tijd-diagram het verloop van de snelheid van een beweging beschrijven;
• met een stroboscopische foto een beweging beschrijven.

Als je snelheid wilt bereken moet je de volgende formule gebruiken:

=

Afstand

Tijd

Snelheid

Je fietst in 1 uur en 20 minuten een afstand van 20 km. Hoe groot is de gemiddelde snelheid?

1. 15,0 km/h
2. 16,7 km/h
3. 24 km/h
4. 26,7 km/h

Gegeven:

tijd = 1 uur en 20 min

afstand = 20 km

Oplossing:

snelheid=​tijd​​afstand​​

gemiddelde snelheid?

1. versneld
2. eenparig
3. vertraagd

18 km/h = ... m/s

1. 0,18
2. 5
3. 65
4. 1800

Je fietst met een snelheid van 5,6 m/s. Welke afstand leg je af in 18 minuten?

1. 1,0 km
2. 5,5 km
3. 6,0 km
4. 9,0 km

Gegeven:

tijd = 18 minuten 

snelheid = 5,6 m/s

Oplossing:

snelheid=​tijd​​afstand​​

    Aan de slag

§5.3 opgave 8 t/m 12

Inhalen

• Ruben - PO water
• Frederique, Matz en Lara  - SO H3 water

Klaar: starten met §5.4 opgave 1 t/m 12 

§5.4 Remmen!!

Aan het einde van deze paragraaf kan je...

• factoren waarvan de remweg en reactieafstand afhangen;
• de afstand bereken  die een auto nodig heeft om te stoppen

Remmen!!
Waarvan hangt het af of je
op tijd stil staat?

stopafstand = reactieafstand + remweg

Remweg

De remweg van een voertuig wordt groter als ...

Reactieafstand

De reactieafstand van een bestuurder is groter als...

Hoe snel reageer JIJ?

• Hoe groot is de reactieafstand bij 100 km/h?
  
  
• 100 km/h = .... m/s
  
  
• Hoe groot is de reactietijd?

PO verwerking

1. Zet al je resultaten in een afstand,tijd-tabel.
2. Maak een afstands,tijd-diagram van de beweging (getekend op een ruitjespapiertje) (§5.1).
3. Bereken de gemiddelde snelheid in m/s en in km/h (§5.2).
4. Leg uit wat voor soort beweging het is geweest. Leg uit waar je
   dat aan kunt zien (§5.3). 

Huiswerk:
§5.4 opgave 1 t/m 12