Taalverzorging

Veelgemaakte fouten....
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veelgemaakte fouten....

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke fout zie je?

Slide 3 - Open vraag

Me/mij/mijn, je/jou/jouw, u/uw
ons/onze



Wanneer je een bezit aangeeft (en dat bezit direct erachter staat) gebruik je mijn, jouw, uw. onze. 

Ik ben mijn laptop vergeten
Je bent jouw laptop vergeten
Dat is onze keuze

Slide 4 - Tekstslide

Handig ezelsbruggetje:
Vul bij jou/jouw de naam van Erik in.
Hoor je Erik, dan jou (zonder w)
Hoor je Eriks, dan jouw (met w)

Dit is de tas van jou ----> Dit is de tas van Erik
Dit is jouw tas -----> Dit is Eriks tas

Slide 5 - Tekstslide

Ik heb jou/jouw leesboek.
A
jou
B
jouw

Slide 6 - Quizvraag

Ik heb jou/jouw vorige les gevraagd om jou/jouw boek mee te nemen
A
jou/jouw
B
jouw/jou
C
jou/jou
D
jouw/jouw

Slide 7 - Quizvraag

Zoek de fout
Ga is werken jij!

Slide 8 - Tekstslide

Welke fout zag je?

Slide 9 - Open vraag

Is/eens
Ga is werken jij!

Hij is niet zo slim
Ik ben weer 's naar de sportschool geweest.

's is een afkorting van eens. 

Slide 10 - Tekstslide

Zoek de fout
Hun liepen samen door de winkel.

Slide 11 - Tekstslide

Welke fout zag je?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe moet het dus wel....?! 
Hun hebben morgen een toets --> Fout!

Zij hebben morgen een toets

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ezelsbruggetje als / dan &  ik / mij
Hans loopt even hard als mij/ik
Hans loopt even hard als ik loop

Laura heeft een mooiere stem dan ik (heb)
Bij twijfel kun je de zin aanvullen met woorden die in het eerste deel van de zin al werden gebruikt. 

Slide 16 - Tekstslide

Gebruik 'dan' bij woorden: 'ander, andere, anders'

De dag liep anders dan ik had verwacht


Slide 17 - Tekstslide

Dussssss

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke fout zag je?

Slide 20 - Open vraag

Na of naar

Slide 21 - Tekstslide

Na of naar ?

Na de les ga ik een broodje kopen  


Ik ga vanmiddag weer naar huis 

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer nog meer? 
Je gebruikt 'naar' in alle andere situaties.

Heb je het naar je zin hier?
Naar aanleiding van ons telefoongesprek, stuur ik u deze mail. 

Slide 23 - Tekstslide

ergeren aan en iets irriteert
Ik irriteer me aan sommige reclames --> Fout

Ik erger me aan sommige reclames
Sommige reclames irriteren me


Slide 24 - Tekstslide

????????

Slide 25 - Tekstslide

Vul in: ...aanleiding van...bestelling
A
naar / u
B
na / uw
C
naar / uw
D
na / u

Slide 26 - Quizvraag

"Ik...een vraag over een van...diensten"
A
had / u
B
had / uw
C
heb / u
D
heb / uw

Slide 27 - Quizvraag

Een...docenten nemen...werk niet serieus genoeg
A
paar / hen
B
aantal / hun
C
aantal / hen
D
paar / hun

Slide 28 - Quizvraag