Cursus 4 Taal §2 Stijl

Welkom, 
 pak voor je:
-tablet
-pen, boek en schrift
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom, 
 pak voor je:
-tablet
-pen, boek en schrift

Slide 1 - Tekstslide

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL



  • Log alvast in op LessonUp
    (de code staat  linksonder in beeld).
§2 Stijl

Slide 2 - Tekstslide


  • Je weet wat stijlfiguren zijn.
  • Je kunt de stijlfiguren overdrijving en opsomming (in drieën) herkennen.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

  • Geen telefoons.
  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Wat?
Cursus 7, paragraaf 2: opdracht 1 blz. 90
Hoe?
Zelfstandig 
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
7 minuten.

Klaar?
Maak puzzel 10 (blz. 259). 
Aan de slag
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

De stijl van een schrijver noemen we ook wel de manier van schrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn stijlfiguren?

Probeer dit in je eigen woorden te omschrijven.

Slide 7 - Open vraag

Ik zit al een eeuw op je te wachten.
A
Overdrijving
B
Opsomming (in drieën)

Slide 8 - Quizvraag

Het motto van de landen Frankrijk en Haïti is 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'.
A
Overdrijving
B
Opsomming (in drieën)

Slide 9 - Quizvraag

  • Middelen om wat je wilt zeggen treffender of sterker uit te drukken.
     
  • Overdrijving = het overdrijven in een tekst om iets meer nadruk te geven (ik verga van de honger, eeuwen wachten).
  • Opsomming (in drieën): het opsommen van drie dingen in een tekst om iets meer nadruk te geven (drieslag).
    Bloed, zweet en tranen.
    Heerlijk, helder, Heineken.
Stijlfiguren

Slide 10 - Tekstslide

Wat?
Cursus 7, paragraaf 2: blz. 88 en 89. Opdracht 2 t/m 6
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten.

Klaar?
Maak puzzel 10 (blz. 252 (mavo) blz. 259 (bk)). Deze is ook onderdeel
van het huiswerk!
Aan de slag
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide


  • Je kunt de stijlfiguren overdrijving en opsomming (in drieën) herkennen.
Lesdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 13 - Tekstslide