10.3 Logaritmen

Logaritmen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Logaritmen

Slide 1 - Tekstslide

Gegeven:
Wat is a?
Voorbeeldantwoord: 25
2a=8

Slide 2 - Open vraag

Gegeven:
Wat is a?
Voorbeeldantwoord: 25
3a=81

Slide 3 - Open vraag

Gegeven:
Wat is a? Rond je antwoord af op 1 decimaal.
Voorbeeldantwoord: 5,2
3a=60

Slide 4 - Open vraag

Uitleg/aantekeningen
Vb. 


Algemeen:
 
2a=8
a=2log(8)=2log(23)=3
g(grondtal)=2
ga=x
a=glog(x)
glog(ga)=a
gglog(x)=x

Slide 5 - Tekstslide

Welke vragen?
Zonder GR
Bereken: 


4log(16)
3log(3)
2log(41)

Slide 6 - Tekstslide

Welke vragen?
Zonder GR
Bereken: 


4log(16)=4log(42)=2
3log(3)=3log(321)=21
2log(41)=2log(221)=2log(22)=2

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de opgave naar het juiste antwoord
Voer deze opdracht uit zonder rekenmachine. Het gaat om het leren omgaan met logaritmen.
-3
6
3
1/2
2
4
kan niet
0
10log(100)=
2log(43) =
3log(9) - 3log(1/9) = 
 3log(27) =
5log(1/125)
2log(-16) =
25log(5) =
5log(1) =

Slide 8 - Sleepvraag

logaritmen op GR
Via Math-A

                     invoeren als

Let op: 
Dus als er geen grondtal staat, is het grondtal 10
In dat geval kun je ook 'log' gebruiken op je GR.
2log(3)
log2(3)
log(3)=10log(3)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Via de volgende website kun je oefenen met logaritmen (miniloco)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link