Nederlands T3 - Les 3 - week 40

 Nederlands - Les 4 - week 40
  • Terugblik week 39
  • Programma week 40
  • Opdrachten deze week  
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 Nederlands - Les 4 - week 40
  • Terugblik week 39
  • Programma week 40
  • Opdrachten deze week  

Slide 1 - Tekstslide

Week 40 
- Je leert dat een schrijver zijn tekst kan versterken door woorden of zinnen te herhalen of door te overdrijven.

- Je leert wat een woordspeling en beeldspraak is en hoe een schrijver ze kan gebruiken in zijn tekst.

- Je oefent met het beantwoorden van vragen over een tekst.



Slide 2 - Tekstslide

Herhaling en overdrijving (Les 2) 
Doel: tekst versterken
Herhaling 
--> Kijken, kijken, niet kopen.

Overdrijving:
 --> Ik sterf van de honger 
 --> De regen viel met bakken uit de lucht. 

Slide 3 - Tekstslide

Woordspeling en beeldspraak (Les 28)  
Woordspeling: 
- De schrijver probeert de lezer op het verkeerde been te zetten en te laten nadenken. 
- Humoristisch effect

Beeldspraak: 
- De schrijver gebruikt een beeld om te zeggen wat hij bedoeld. 
- De tekst mooier, sterker, duidelijker, opvallender of grappiger maken. 

Slide 4 - Tekstslide

Welke overdrijving gebruik je zelf weleens?

Slide 5 - Open vraag

Woordspelingen

Slide 6 - Tekstslide

Beeldspraak
Vergelijking -> Je kamer lijkt wel een zwijnenstal.
Metafoor -> Ik woonde eerst in een zwijnenstal 
Personificatie -> Het taartje staarde mij vanuit de koelkast verleidelijk aan. 

Slide 7 - Tekstslide

Zegt de ene kaars tegen de andere: Zullen we vanavond uitgaan?
A
woordspeling
B
beeldspraak

Slide 8 - Quizvraag

Iedereen heeft recht op mijn mening.
A
woordspeling
B
beeldspraak

Slide 9 - Quizvraag

Hij heeft een hart van goud.
A
woordspeling
B
beeldspraak

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandig werken 
- Kern les 2 (vraag 1 t/m 6) + nakijken

- Kern les 28 (vraag 1 t/m 9) + nakijken
- Kern les 29 + nakijken)
- Leren woordjes les 2, 28 en 29
- Minimaal 30 minuten lezen uit je boek. 



Slide 11 - Tekstslide