Maandag 1 juli

• NT2
• ISK

Maandag 1 juli 2024

08.30 - 09.20 uur Inloop lezen	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen - Blok 6 les 5	13.00 - 13.45 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.45 - 14.20 uur disk - thema Vakantie
10.30 - 11.20 uur woordenschat thema Vakantie
11.20 - 12.10 uur kunst

rekenen

Pauze

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema Vakantie.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

achterhalen

(werkwoord)

• te weten komen;
• het antwoord proberen te vinden;
• proberen te weten te komen wat het het probleem is;

• Zin: Ik wil achterhalen waarom iedereen altijd naar Frankrijk op vakantie gaat.
  
• Zin: We kunnen niet achterhalen wie de foto gemaakt heeft.

poetsen

(werkwoord)

• hard met een borstel of een doek over iets bewegen, om het schoon en glimmend te maken
• met een doek over iets vegen, om het schoon te maken;
• ik poets, ik poetste, ik heb gepoetst;

• Zin: Ik poets altijd het toilet.
• Zin: Heb jij je tafel wel schoon gepoetst?

de poort

• een open plaats in een muur, waardoor je naar binnen kunt, vaak met deuren
• je ziet het veel bij oude steden;
• Het was voor bescherming. Dan konden de vijanden niet makkelijk de stad in;
• Sommige mensen hebben een poort in de schutting;

• Zin: Deze stad heeft veel poorten.
  
• Zin: Ik heb gisteren een nieuwe poort laten plaatsen in mijn schutting.

afspoelen

(scheidbaar werkwoord)

• iets onder stromend water houden, zodat het schoon wordt;
• Werkwoord: ik spoel...af, ik spoelde....af, ik heb....afgespoeld;

• Zin: Ik spoel altijd eerst mijn bord af en daarna doe ik het in de afwasmachine.
• Zin: Als ik uit het zwembad kom dan spoel ik mij altijd even af voordat ik mijn droge kleding aan doe.

de functie

• de taken die bij je baan horen;
• datgene waarvoor iets bedoeld is = het doel
• elk beroep heeft andere functies;
• Maar ook: wat kan een apparaat allemaal? 

• Zin: Wat is precies jouw functie op school?
• Zin: Wat is de functie van dit apparaat?

In welke zin wordt het goede voorbeeld gegeven van het woord:
poetsen

1. Mijn bed is vies. Ik moet mijn laken en deken poetsen.
2. Mijn fietsband is lek. Ik moet de fietsband poetsen.
3. De kleding is smerig. Mijn moeder gaat de kleding poetsen.
4. De tafel is smerig. Ik zal de tafel even poetsen.

Wat is de belangrijkste functie van een docent?

1. goed kunnen luisteren
2. goed kunnen praten
3. goed de toets kunnen maken
4. goed kunnen uitleggen wat iets is

Waar wordt een poort voor gebruikt?

1. Omdat het er leuk uit ziet.
2. Omdat dit vroeger gebouwd moest worden.
3. Zodat je weet wie er binnen komt.

In welke zin wordt het woord
achterhalen
goed gebruikt?

1. Ik moet achterhalen welke fiets ik moet kopen.
2. Ik moet achterhalen wie mijn laptop stuk heeft gemaakt.
3. Ik moet achterhalen naar welk land ik op vakantie wil gaan.

Wat betekent afspoelen?

1. Iets droogmaken
2. Iets schoonmaken
3. iets vies maken
4. lekker gek doen

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Doe de .......... dicht. Ik wil niet dat iedereen naar binnen kan lopen.

Wat heb je geknoeid met de verf. Je moet je tafel.........

Hij wil............. wat er met zijn geld is gebeurd. Iemand heeft het gestolen.

..... jij de borden even .....? Ze zijn echt vies.

Als je een baan zoekt, is het belangrijk om te onderzoeken wat de ....... precies is.

Zinnen maken

We draaien het rad. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: functie, afspoelen, poort, poetsen, achterhalen

Pauze

Engels

De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.

Good luck!

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Vakantie.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!