bipolaire stoornissen, depressie en borderliner

Depressie en bipolaire stoornissen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Depressie en bipolaire stoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de symptomen van bipolaire stoornissen en depressie  identificeren en de meest voorgeschreven medicijnen begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van deze les.
Wat weet je al over bipolaire stoornissen, depressie en borderliner?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Depressie
Depressie is een aandoening die een persoon kan maken om zich verdrietig, hopeloos en moedeloos te voelen. Het kan ook fysieke symptomen veroorzaken, zoals veranderingen in eetlust en slaappatronen.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van depressie en laat enkele afbeeldingen zien die de stemmingen van een persoon illustreren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van een depressie
  • Erfelijkheid
  • Jeugdtrauma’s, sociale omstandigheden
  • Chronische ziekten
  • Bijwerking medicijnen
  • Vrouwen 2x zoveel kans

  • Bij ouderen: vaak niet herkend

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti-depressiva
  • Bij depressie: serotonine ↓ hersenen
  • Bijv. Prozac, Seroxat
  • Werkt pas na (enkele) weken
 door de balans van chemicaliën in de hersenen te herstellen.
Veel antidepressiva werken door de heropname van serotonine te blokkeren, waardoor er meer serotonine in de hersenen aanwezig blijft en de stemming verbetert.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ADHD
Verslaafd
Schizofreen
Bipolair
Depressief

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dementie
Depressie
Onverschilligheid
Omgeving klaagt over slechte nachtrust
Sluipend begin
Geen interesse in zelfzorg
Vooral aandachts- en concentratieproblemen
Vergeet nieuwe namen en gezichten
      Niet te motiveren tot rekenen
Veel onrust in de avond                                           
Lichamelijke klachten en hypochondrie              
Beperkt of geen ziekte-inzicht                            
Eerst apathie/interesseverlies, daarna geheugenproblemen                          

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Aanmoedigen flink te zijn
Opvrolijken
Somberheid van de zorgvrager negeren
Degen gevoel geven te zeuren
Luisterend oor
Complimenten geven
Therapietrouwheid bewaken
Aandacht voor slaappatroon
sociale contacten stimuleren
stimuleren te bewegen
Begeleiden bij een depressie: Dit moet je wel doen!
Begeleiden bij een depressie: Dit moet je niet doen!
Dagstructuur

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sombere stemming
Gedachten aan de dood
Verstoorde motoriek
Veranderd gewicht
Verminderde interesse
Waarnemingsstoornis
Desoriëntatie
Denkstoornissen
Depressie
Delier

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis
Een bipolaire stoornis is een aandoening die een persoon in staat stelt om extreme stemmingen te ervaren, van manie tot depressie.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de symptomen van bipolaire stoornis en laat enkele afbeeldingen zien die de stemmingen van een persoon illustreren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bipolaire stoornis
  • Manische en depressieve perioden
  • Manie = ontremd

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling bipolaire stoornis
  • Lithium nauwkeurig doseren
  • Strakke structuur
  • Prikkels doseren

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

behandelingen
 behandelingen naast medicatie voor deze aandoeningen, zoals therapie en veranderingen in levensstijl. 

Slide 21 - Tekstslide

Beschrijf enkele alternatieve behandelingen voor bipolaire stoornissen, depressie en borderline persoonlijkheidsstoornis. Bespreek waarom het belangrijk is om met een arts te praten over de beste behandelingsopties.
Conclusie
Het begrijpen van bipolaire stoornissen,  en depressie  is belangrijk voor het zoeken naar de juiste behandeling. Medicatie kan een effectieve behandelingsoptie zijn, maar het is belangrijk om de risico's en waarschuwingen te kennen voordat je begint met het nemen ervan.

Slide 22 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en leg uit waarom het begrijpen van deze aandoeningen belangrijk is voor het vinden van de juiste behandeling.
Quiz
Test je kennis over bipolaire stoornissen, depressie en borderline persoonlijkheidsstoornis met deze quiz.

Slide 23 - Tekstslide

Maak een korte quiz om de kennis van studenten over de stof te testen.
Een kernsymptoom van depressie is:
A
Sombere stemming, meerdere dagen per week
B
Sombere stemming grootste deel van de dag
C
Slapeloosheid of overmatig slapen
D
Terugkerende gedachtes aan de dood

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De diagnose depressie wordt gesteld als er sprake is van symptomen, waarvan minimaal 1 kernsymptoom, gedurende ten minste 2 weken achter elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In 60% van de gevallen is een depressie na 6 maanden voorbij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een niet-medicamenteuze behandeloptie bij depressie

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een bipolaire stoornis is er sprake van afwisselend:
A
schizofrenie en depressie
B
depressie en manie
C
manie en schizofrenie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal twee symptomen van een manische episode

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan iemand met een bipolaire stoornis helpen?
A
Vaste dagindeling
B
Medicatie
C
Aanleren contra-gedrag
D
Antwoord A, B en C zijn goed

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel groter is de kans op een bipolaire stoornis als je een familielid hebt met een bipolaire stoornis?
A
10x
B
2x
C
6x
D
Er is geen verhoogde kans

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van een bipolaire stoornis?
A
Erfelijkheid
B
Verslavende middelen
C
Veel stress
D
Opvoeding

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bipolaire stoornis wordt gekenmerkt door ......
A
Veelvuldig liegen en bedriegen
B
Sterke stemmingswisselingen
C
Een zeer diepe depressie
D
Ongegronde hevige angsten

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat helpt bij een bipolaire stoornis?
A
Veel met vrienden afspreken
B
een vast dagritme aanhouden
C
Je door je gevoel laten leiden
D
ik weet het niet

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij combineren van lithium met een NSAID is er sprake van een interactie. Wat gebeurt er met de hoeveelheid lithium in het bloed?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag
C
Blijft hetzelfde

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mw. Hupkes gebruikt lithium. Het is warm. Mw. zweet veel en is trillerig. Wat adviseer je?
A
Minder drinken, want lithiumspiegel is te laag
B
Meer drinken en zout nemen, zoals bouillon

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drink voldoende water en blijf gehydrateerd, omdat uitdroging de lithiumspiegel kan verhogen.

Een lithiumspiegel is een meting van de hoeveelheid lithium in het bloed.
De lithiumspiegel kan worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals de dosis, nierfunctie, uitdroging, de hoeveelheid zout in uw dieet en interacties met andere medicijnen. Een te hoge lithiumspiegel kan leiden tot toxiciteit, terwijl een te lage lithiumspiegel de medicatie minder effectief kan maken. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'cumulatie'?
A
stapeling, er komt langzaam steeds meer geneesmiddel in het bloed
B
snelle opbouw van dosering geneesmiddel
C
langzaam, na verloop van tijd optredende vergiftiging
D
plotselinge onstane snel verlopende vergiftiging

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De omschrijving 'zintuigelijke waarneming zonder zintuigelijke prikkel' hoort bij:
A
waan
B
hallucinatie
C
schizofrenie
D
tardieve dyskinesie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bijwerkingen komen vooral veel voor bij klassieke antipsychotica?
A
Gewichtstoename
B
tremoren Vertraagde bewegingen Verminderde bewegingen
C
Sufheid, slaperigheid

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 41 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.