Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling toetsstof Lezen 3
Toetsstof
Wat moet je weten voor de toets?
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Toetsstof
Wat moet je weten voor de toets?
Slide 1 - Tekstslide
De toets
- Signaalwoorden (dus, want, toen...)
- Verwijswoorden (die, zij, haar..)
- Vragen bij een tekst
- Onderwerp
- Leestrategieën
Slide 2 - Tekstslide
Welke leesstrategieën zijn er?
Slide 3 - Open vraag
Signaalwoorden
Geven een signaal.
VB: omdat, want, dus, toen, en, dan, daarom.
Er hoort altijd een verband bij.
VB: opsomming, tegenstelling, conclusie, reden.
Verwijswoorden
Verwijzen naar een ander woord in de zin.
VB: ze, haar, hij, het, zij, die, dat.
Slide 4 - Tekstslide
Jayden is ziek dus hij gaat vandaag niet naar school.
'dus' is:
A
Een verwijswoord
B
Een signaalwoord
Slide 5 - Quizvraag
Welk verband past het beste bij het signaalwoord 'dus'?
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Tijd
Slide 6 - Quizvraag
Mevrouw Levison vraagt om stilte, ze wil met de les beginnen.
'ze' is:
A
Een verwijswoord
B
Een signaalwoord
Slide 7 - Quizvraag
Mevrouw Levison vraagt om stilte, ze wil met de les beginnen.
'ze' verwijst naar:
A
stilte
B
de les
C
beginnen
D
Mevrouw Levison
Slide 8 - Quizvraag
Ik wil misschien naar Justin Bieber maar ik vind Joost Klein ook leuk.
Wat is een signaalwoord?
A
misschien
B
leuk
C
naar
D
maar
Slide 9 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij 'maar'?
A
Tegenstelling
B
Voorbeeld/Uitleg
C
Samenvatting
D
Conclusie
Slide 10 - Quizvraag
Er is een grote vraag naar technische mensen, die zijn er te weinig.
'Die' is een:
A
Verwijswoord
B
Signaalwoord
Slide 11 - Quizvraag
Er is een grote vraag naar technische mensen, die zijn er te weinig.
'Die' verwijst naar:
A
grote vraag
B
technische mensen
C
D
te weinig
Slide 12 - Quizvraag
Vul het juiste signaalwoord in:
"____ ik mijn huiswerk af had, ging ik naar buiten om te spelen."
A
toen
B
nadat
C
eerst
D
vroeger
Slide 13 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij 'nadat'?
A
tijdaangevend
B
opsomming
C
reden/verklaring
D
tegenstelling
Slide 14 - Quizvraag
Tijdaangevend
nu, nadat, toen, eerst, later, daarna, intussen, dadelijk, straks, daarnet, vroeger, tegenwoordig,
Slide 15 - Tekstslide
Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
Omdat
B
Maar
C
Bovendien
D
Vervolgens
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het verwijswoord in deze zin? "De hond blaft, omdat hij iets hoort."
A
De
B
Blaft
C
Hij
D
Iets
Slide 17 - Quizvraag
Kies het juiste signaalwoord: "Ik hou van sporten, ____ ik ben vaak druk."
A
terwijl
B
omdat
C
maar
D
en
Slide 18 - Quizvraag
Welk van de volgende woorden geeft een voorbeeld?
A
bijvoorbeeld
B
echter
C
daarom
D
dus
Slide 19 - Quizvraag
Vul het juiste signaalwoord in: "Hij studeert hard, ____ hij wil zijn examen halen."
Slide 20 - Open vraag
Vul het juiste verwijswoord in: "Tessa en Lila zijn vriendinnen. ____ gaan vaak samen naar de film."
Slide 21 - Open vraag
Vul het juiste signaalwoord in: "Het regent vandaag, ____ gaan we naar binnen."
Slide 22 - Open vraag
Vul het juiste verwijswoord in: "Mevrouw Dagasan gaf ons huiswerk. ____ was moeilijk."
Slide 23 - Open vraag
Het woord "dit" kan verwijzen naar een meervoudig zelfstandig naamwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
het woord "dit" verwijst meestal naar een
enkelvoudig
zelfstandig naamwoord)
Slide 25 - Tekstslide
"Verwijswoorden kunnen alleen naar zelfstandige naamwoorden verwijzen."
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Verwijswoorden kunnen ook naar zinnen of andere zinsdelen verwijzen
Slide 27 - Tekstslide
Meer info in de toolbox!
Signaalwoorden en verwijswoorden maken een tekst begrijpelijk.
Ga naar Blink en zoek op signaalwoorden en verwijswoorden.
+
Leren voor de toets!!
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling toetsstof Lezen 3
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Signaalwoorden, onderwerp en hoofdgedachte Plot 26
Oktober 2022
- Les met
35 slides
NU Nederlands Formuleren en Stijl
Januari 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
2 HV - verwijswoorden en signaalwoorden
September 2023
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
December 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
NU Nederlands Formuleren en Stijl H1
Maart 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Signaalwoorden en verwijswoorden
Oktober 2021
- Les met
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren H1 t/m H4
December 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1