Week 4, les 2 , 1mh

Welkom bij 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Wat zijn de leerdoelen
  •  Theorie onderwerp en hoofdgedachte
  • quiz

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les
Aan het eind van deze les:

  • kan je het onderwerp van een tekst bepalen
  • kan je de hoofdgedachte van een tekst herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
  • Huiswerk 

§ 3 Hoofdgedachte
Opdracht 1 en 2  blz 21

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 5 - Tekstslide

Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp: 
  1. Waarover gaat de tekst?
  2. In één of enkele woorden.
  3. Oriënterend lezen


Hoofdgedachte
  1. Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
  2.  In  één  zin (nooit een vraag).
  3. Precies lezen

Slide 6 - Tekstslide

Samen aan de slag
§ 3 Hoofdgedachte
Opdracht 3 

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
§ 3 Hoofdgedachte
Opdracht 4, 6 ,7 en 8




Klaar?
Extra oefening  online § 3 Hoofdgedachte
11C

Slide 8 - Tekstslide

Quiz
Ga op je laptop naar: lessonup.app
Voer de code (linksonder in beeld)
 van deze les in,
vul je naam in
en doe mee!

Slide 9 - Tekstslide

Bij oriënterend lezen . . . .
A
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst
B
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
C
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
D
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt

Slide 10 - Quizvraag

Bij precies lezen . . .
A
lees je de eerste en laatste zin van elke alinea
B
zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt
C
bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea
D
lees je de eerste tot en met de laatste zin van de tekst

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 12 - Quizvraag

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
tegenstelling zoeken
C
alleen vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 13 - Quizvraag

Welke woordraadstrategie gebruik je om achter de betekenis van 'hardnekkig' te komen?

Mijn broer houdt de waarheid hardnekkig vol, hij houdt vast aan wat hij gezegd heeft.


A
Synoniem
B
Omschrijving
C
Voorbeeld

Slide 14 - Quizvraag

Welke strategie wordt hier gebruikt?
Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 15 - Quizvraag

Vandaag heb ik amper tijd om boodschappen te doen, terwijl ik gisteren tijd over had.
A
tegenstelling
B
bekend woorddeel
C
omschrijving
D
voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord dat dezelfde betekenis heeft
B
Een woord dat een andere betekenis heeft
C
Een gerecht uit Italië
D
Een woord dat iets aangeeft in de tekst, bijvoorbeeld 'omdat'

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor roddelen?
A
praten
B
kwaadspreken
C
zingen
D
vrouwen die praten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor lokale?
A
nationaal
B
klaslokaal
C
plaatselijke
D
mondiaal

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor:

kritisch
A
jaloers
B
nadelig
C
gevaarlijk; vol risico's
D
scherp beoordelend

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'altijd'?
A
af en toe
B
soms
C
vaak
D
nooit

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
A
Warm en heet
B
Warm en koud
C
Politie en agent
D
vlug en gauw

Slide 22 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je om de hoofdgedachte van een tekst te vinden?
A
precies lezen
B
oriënterend lezen
C
zoekend lezen
D
globaal lezen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 24 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je om de hoofdgedachte van een tekst te vinden?
A
oriënterend lezen
B
precies lezen
C
zoekend lezen
D
globaal lezen

Slide 25 - Quizvraag

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag
§ 3 Hoofdgedachte
Opdracht 4, 6 ,7 en 8



Klaar?
Extra oefening  online § 3 Hoofdgedachte
11C

Slide 27 - Tekstslide

Vragen?
Zijn er nog vragen over deze les?

Slide 28 - Tekstslide

Je weet nu
  • hoe je het onderwerp van een tekst moet bepalen
  • de hoofdgedachte van een tekst te herkennen

Slide 29 - Tekstslide

Einde les
Huiswerk:
§ 3 Hoofdgedachte
Opdracht 2, 4, 6 en 7

Online § 3 Hoofdgedachte
11C




Slide 30 - Tekstslide