Sector 01- Communicatie

Sector 01- Communicatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
CultuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Sector 01- Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

COMMUNICATIE
Het woord communicatie is afgeleid van de Latijnse woorden communicare, wat ‘deelnemen aan’ betekent, en communis, wat ‘gemeenschappelijk’ betekent. In beide gevallen zijn er meerdere mensen bij betrokken. 
De communicatie tussen verschillende mensen wordt ‘interpersoonlijke communicatie’ genoemd.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communtiecatieproces
Bij het communiceren tussen één of meer mensen wordt informatie overgedragen. 
In de communicatieleer wordt de persoon die de informatie aan de andere overdraagt 
de zender genoemd en de persoon bij wie de informatie terechtkomt de ontvanger. 
De informatie zelf wordt de boodschap genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communtiecatieproces
Om de boodschap mee te delen moet de zender keuzes maken : hij kiest voor verbale
taal (gesproken of geschreven woorden) of non-verbale taal (beelden,gebaren, …)
Die woorden, beelden en gebaren zijn tekens. Ze hebben een bepaalde betekenis.

In de communicatiewetenschap heet het tekensysteem dat je gebruikt de code. De
zender codeert de boodschap en de ontvanger moet de boodschap interpreteren,
dus decoderen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communtiecatieproces
Het kanaal = de weg waarlangs de afstand in ruimte en in tijd tussen de zender en de
ontvanger wordt overbrugd. Zo kan papier de drager zijn van geschreven
boodschappen. 

Een medium = een technisch middel om een boodschap over te brengen. Het begrip wordt vooral gebruikt voor massacommunicatiemiddelen zoals TV, krant, radio, film,…

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communtiecatieproces
Feedback of terugkoppeling = een belangrijk element in het communicatieproces.
Door middel van woorden, lichaamstaal, … geeft de ontvanger aan hoe hij de
boodschap heeft begrepen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zender moet de boodschap in een bepaalde code zetten (encoderen). 

Daarna moet de ontvanger
die boodschap interpreteren (decoderen).

De ontvanger kan enkel de juiste betekenis geven aan de boodschap als hij over dezelfde code beschikt als de zender.
 
Elke communicatie tussen twee of meerdere personen wordt beïnvloed door de context waarbinnen de communicatie zich voordoet. De context kan van sociale, materiële of historische aard zijn. 

Zo communiceren leerkrachten en leerlingen vandaag op een andere manier dan een eeuw geleden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees en zoek het verschil
'Dat rumoerig volkje moet getemd, de stouten aan den leiband gehouden, de onverschilligen opgezweept, de ijver aangevuurd, de sluimerende aandacht geprikkeld, in de jeugdige zielen de zucht tot studie en zeden lijken plicht aangekweekt’. - 1900

'In onze school willen we jongeren telkens opnieuw kansen geven om die verantwoordelijkheid
te beleven en te oefenen, aangepast aan hun leeftijd en hun reeds verworven vaardigheden.
Leerlingen krijgen ruimte om zichzelf te ontwikkelen.
We laten jongeren de consequenties van hun eigen handelen inzien en doen hen stilstaan bij
het maken van juiste keuzes. In die verantwoordelijkheid willen we hen niet alleen zichzelf laten
ontmoeten, maar ook ruimte geven om verantwoordelijk te leren omgaan met de anderen en de
samenleving'. - 2022

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil in communicatie tussen de 2 teksten?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees onderstaande tekst
Jolien heeft niet gestudeerd voor haar toets van sociologie en psychologie. Ze komt met een
uitvlucht bij de leerkracht. Ze zegt tegen hem dat haar moeder een hevige migraineaanval had
en dat ze haar moest helpen. De leerkracht antwoordt dat het niet de eerste keer is dat Jolien een uitvlucht bedenkt. Het meisje barst in tranen uit. De leerkracht vraagt of ze na de les even wil blijven.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas het schema voor interpersoonlijke communicatie toe op de tekst.
Zender
Boodschap
Kanaal
Ontvanger
Jolien
Ik kon de toets niet
studeren, omdat …’
stem
leerkracht

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruis
In het communicatieproces kan op elk moment ruis optreden. Dat is elke storende factor die op gelijk welk moment in het communicatieproces optreedt. 

Communicatiewetenschapper Joseph DeVito
onderscheidde vier soorten op basis van de oorsprong van de ruis.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken maar
Jullie krijgen elk een vorm van ruis die jullie individueel gaan opzoeken en presenteren voor de klas.


Timing : 10 minuten
Uitvoering : PowerPoint (min 2 slides)
Begrip uitleggen + voorbeeld filmpje zoeken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ruis
 Omvat alle signalen van buitenaf die het spreken, luisteren of kijken bemoeilijken. 

Zo kan luide muziek een gesprek verstoren, waardoor de boodschap niet of fout overkomt. 

Ook een zonnebril kan ervoor zorgen dat de boodschap niet overkomt, omdat de ogen van de spreker niet zichtbaar zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologische ruis
Is elke lichamelijke beperking bij de zender of ontvanger die het communiceren moeilijker maakt. 

Iemand met gehoor- of gezichtsproblemen zal een boodschap die voor hem bedoeld is, minder goed opvangen of verwerken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychologische ruis
Omvat alle vooroordelen en stereotiepe opvattingen die de communicatie belemmeren. 

Wanneer je bijvoorbeeld denkt dat je gesprekspartner dom of leugenachtig is, komen zijn boodschappen makkelijk anders of verkeerd over.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Semantische ruis 
Ontstaat als de betrokken partijen verschillende codes hanteren, zoals een andere taal of een specifiek jargon. 

Semantische ruis komt ook voor wanneer analfabeten geconfronteerd
worden met een tekst. 

Ook als een leerkracht een moeilijke vaktaal gebruikt, zal sommige leerlingen de boodschap ontgaan.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ruis
Fysiologische ruis
Psychologische ruis
Semantische ruis
Verbind elk van de onderstaande situaties met de juiste soort ruis.
Yadira is thuis haar bril vergeten, waardoor ze de les moeilijk kan
volgen.
Yaro heeft weinig vertrouwen in politici. Hij gelooft dan ook niets van wat de minister van Volksgezondheid zegt.
Margot is eerstejaarsstudente verpleegkunde. Ze heeft moeite om de les
van de docent te begrijpen, omdat die veel moeilijke woorden gebruikt.
Kamiel weet nu dat het geen goed idee is een brief in bad te lezen. De
warme damp van het water heeft de letters onleesbaar gemaakt.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten communicatie
In het interpersoonlijk communicatieproces is er sprake van drie soorten communicatie.
  • Verbale communicatie is communicatie via woorden.
  • Non-verbale communicatie is communicatie zonder woorden, zoals gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding, kleding, tekens … Ook signalen waarop we geen vat hebben, zoals blozen en zweten, vallen daaronder.
  • Subverbale communicatie is communicatie die ondersteunt wat je zegt.   Door in de boodschap de toon van de stem, de intonatie, spreektempo, pauzes of haperingen in te lassen kan de boodschap anders gedecodeerd worden door de ontvanger

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie soorten communicatie herken je in 
de onderstaande tekst.
Flore en Lennert zijn een koppel. Ze zitten allebei in het vierde middelbaar. Flore voelt
zich niet zo gelukkig de laatste tijd. Thuis gaat het wat minder. Vader en moeder ruziën
constant over de kleinste dingen. Ze proberen allebei om Flore aan hun kant te krijgen.
Lennert zit de laatste tijd ook niet zo goed in zijn vel. Zijn twee beste vrienden zijn jaloers
op zijn relatie met Flore. Een tijdje geleden kreeg hij van één van hen een tekstberichtje
waarin stond dat hij binnenkort moet kiezen tussen Flore en hen. De boze emoji op het
einde van het berichtje maakte hem danig van streek …
Na school vraagt Flore: ‘Gaan we even uitwaaien in het park? Ik heb er echt nood aan.’ Lennert zit aan de vijver afwezig voor zich uit te staren. Flore probeert hem te troosten, legt haar arm over zijn schouder en zegt stilletjes: ‘Het komt wel goed.’ Lennert slaakt een diepe zucht ...

Slide 22 - Tekstslide

Vragen wat is de verbale communicatie
Wat is de non-verbale communicatie
subverbale communicatie
Verbale communicatie
Flore en Lennert zijn een koppel. Ze zitten allebei in het vierde middelbaar. Flore voelt
zich niet zo gelukkig de laatste tijd. Thuis gaat het wat minder. Vader en moeder ruziën
constant over de kleinste dingen. Ze proberen allebei om Flore aan hun kant te krijgen.
Lennert zit de laatste tijd ook niet zo goed in zijn vel. Zijn twee beste vrienden zijn jaloers
op zijn relatie met Flore. Een tijdje geleden kreeg hij van één van hen een tekstberichtje
waarin stond dat hij binnenkort moet kiezen tussen Flore en hen. De boze emoji op het
einde van het berichtje maakte hem danig van streek …
Na school vraagt Flore: ‘Gaan we even uitwaaien in het park? Ik heb er echt nood aan.’ Lennert zit aan de vijver afwezig voor zich uit te staren. Flore probeert hem te troosten, legt haar arm over zijn schouder en zegt stilletjes: ‘Het komt wel goed.’ Lennert slaakt een diepe zucht ...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

non-verbale communicatie
Flore en Lennert zijn een koppel. Ze zitten allebei in het vierde middelbaar. Flore voelt
zich niet zo gelukkig de laatste tijd. Thuis gaat het wat minder. Vader en moeder ruziën
constant over de kleinste dingen. Ze proberen allebei om Flore aan hun kant te krijgen.
Lennert zit de laatste tijd ook niet zo goed in zijn vel. Zijn twee beste vrienden zijn jaloers
op zijn relatie met Flore. Een tijdje geleden kreeg hij van één van hen een tekstberichtje
waarin stond dat hij binnenkort moet kiezen tussen Flore en hen. De boze emoji op het
einde van het berichtje maakte hem danig van streek …
Na school vraagt Flore: ‘Gaan we even uitwaaien in het park? Ik heb er echt nood aan.’ Lennert zit aan de vijver afwezig voor zich uit te staren. Flore probeert hem te troosten, legt haar arm over zijn schouder en zegt stilletjes: ‘Het komt wel goed.’ Lennert slaakt een diepe zucht ...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

subverbale communicatie
Flore en Lennert zijn een koppel. Ze zitten allebei in het vierde middelbaar. Flore voelt
zich niet zo gelukkig de laatste tijd. Thuis gaat het wat minder. Vader en moeder ruziën
constant over de kleinste dingen. Ze proberen allebei om Flore aan hun kant te krijgen.
Lennert zit de laatste tijd ook niet zo goed in zijn vel. Zijn twee beste vrienden zijn jaloers
op zijn relatie met Flore. Een tijdje geleden kreeg hij van één van hen een tekstberichtje
waarin stond dat hij binnenkort moet kiezen tussen Flore en hen. De boze emoji op het
einde van het berichtje maakte hem danig van streek …
Na school vraagt Flore: ‘Gaan we even uitwaaien in het park? Ik heb er echt nood aan.’ Lennert zit aan de vijver afwezig voor zich uit te staren. Flore probeert hem te troosten, legt haar arm over zijn schouder en zegt stilletjes: ‘Het komt wel goed.’ Lennert slaakt een diepe zucht ...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees opdracht
Ga naar de form in de planner en lees de tekst en beantwoord de vragen.

Deadline: zaterdag 16 september om 16 uur.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies