Klas 1MHb - les 30 - 12-12-2024 - GR ZD §6 werkwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
  
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Nakijken GR ZD §4 (blz. 206) - Onderwerp
• Uitleg GR ZD §6 (blz. 210) - Werkwoordelijk gezegde

       

Na het maken van GR ZD § 6 (blz. 210) kan/weet ik:

• het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Doel

Bespreken huiswerk

GR ZD §4 (blz. 206): opdrachten 1 t/m 5

Maak zo kort mogelijk zinnen bij de plaatjes.

Gebruik het papier dat je daarvoor hebt gekregen.

foto 1

foto 2

foto 3

foto 4

Zet je naam op het papier!

Aantekeningen §6 Werkwoordelijk gezegde (blz. 210)

a. Vandaag wil ik mijn jurk passen voor het kerstgala.

b. Levi gaat komend weekend zijn verjaardag vieren.

Wat is de pv in de zin a en in zin b?

Staan er nog meer werkwoorden in deze zinnen?

• alle werkwoorden in een zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde (wg).

Aantekeningen §6 Werkwoordelijk gezegde (wg) (blz. 210)

Wg zegt wat het onderwerp (ow) doet of wat hem overkomt. 

(Kijk nog maar eens naar de zinnen die je hebt gemaakt.)

Maak met de volgende ww steeds een zin.

Aanpakken

Opzetten

Uitrekenen

Welke zinnen zijn gemaakt?

Deze ww zijn scheidbare ww => horen bij wg

• Aanpakken: Ik pak mijn pakketje aan van de postbode.
• Opzetten: In de vakantie zet ik zelf mijn tent op.
• Uitrekenen: Hij rekent deze som uit op papier.  

Wat:

GR ZD §6  (blz. 210): Maak opdracht 1. Daarbij onderstreep je de ww in de zinnen.  

Hoe:

Alleen

Klaar:

Je mag de opdracht bespreken met je buurman/buurvrouw. We bespreken de opdracht straks samen. 

 

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.

groen:  fluisterniveau 

Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .

Aan het werk!

Wat:

GR ZD §6  (blz. 210): Ga verder met opdracht 2. Daarbij onderstreep je de ww in de zinnen.  

Hoe:

Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw

Klaar:

Maak opdrachten 3 t/m 5

 

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Voor deze opdracht overleg je zachtjes met je buurman of buurvrouw.

groen:  fluisterniveau 

Kom je er zelf echt niet uit overleg dan met je buurman/buurvrouw of vraag het de docent .

Aan het werk!

Na het maken van GR ZD § 6 kan/weet ik:

• het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.

Doel

Huiswerk

Vrijdag 13 december

Maken:

GR ZD §6 (blz. 210): Opdrachten 1 t/m 5

Leren: 

aantekeningen §6 (blz. 210): werkwoordelijk gezegde van een zin vinden