Zorg verlenen aan een zorgvrager na trauma waarbij de vitale functies niet direct bedreigd zijn (volwassenen).
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingPraktijkonderwijsBeroepsopleidingLeerjaar 4
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Kern SEH
Zorg verlenen aan een zorgvrager na trauma waarbij de vitale functies niet direct bedreigd zijn (volwassenen).
Slide 1 - Tekstslide
Te behandelen onderwerpen
Thorax trauma
Buiktrauma
Neurotrauma
Wervelletsel
Weke delen letsel
Letsels in het aangezicht
Klein sein
Trauma bij ouderen en trauma bij zwangeren
Slide 2 - Tekstslide
Thorax trauma
Slide 3 - Tekstslide
Wat wil je weten van de patiënt?
Slide 4 - Woordweb
Thorax trauma
Pneumo- versus heamatothorax.
Rib fracturen.
Pneumothorax.
Spontaan of na trauma.
Heamatothorax.
Spontaan of na trauma. Verminderde of afwezige longgeluiden en hypotensie.
Slide 5 - Tekstslide
Kijken
Spontane ademhaling
Symmetrische en adequate thoraxexcursies
Diepte, patroon en snelheid van de ademhaling
Functioneren van de ademhaling, inclusief:
Gebruik van hulpademhalingsspieren Diafragmatisch of abdominaal ademen bij volwassen patiënten
Slide 6 - Tekstslide
Belangrijk
Presentatie?
Klinische blik?
Vitale parameters?
Diagnostiek?
Behandeling?
Assisteren bij behandeling.
Slide 7 - Tekstslide
Assisteren inbrengen thoraxdrain
Thorax bak. Belangrijkste spullen:
Pleuracath
Sentinel
Sterilium, steriele jas
Lidocaïne, scalpel
Hechtdraad
Afplakpleisters
Slide 8 - Tekstslide
Buiktrauma
Slide 9 - Tekstslide
Buiktrauma
Lever
Milt
Pancreas
Dunnen darm
Dikke darm en rectum
Maag en oesofagus
Slide 10 - Tekstslide
Anamnese bij buiktrauma
Slide 11 - Woordweb
Verschijnselen?
Slide 12 - Tekstslide
Buiktrauma
Stomp buiktrauma.
De meest frequent aangedane organen:
Milt (40%–55%)
Lever (35%–45%)
Dunne darm (5%–10%).
Slide 13 - Tekstslide
Meerwaarde lab onderzoek bij verdenking op schade aan welke organen?
A
Lever
B
Milt
C
Dunne darm
D
Pancreas
Slide 14 - Quizvraag
Neurotrauma
Slide 15 - Tekstslide
Neurotrauma
Schedel fractuur
Commotio cerebri
Contusio cerebri
Slide 16 - Tekstslide
Schedelbarst/lineaire schedelfractuur
Te zien op CT scan
In de meeste gevallen hebben de hersenen geen schade en is de patiënt bij bewustzijn.
Kan een epiduraal hematoom ontstaan als een botsplinter een slagadertje van het harde hersenvlies scheurt.
Een schedelbarst hoeven we niet te behandelen. Binnen korte tijd groeit het bot weer aan elkaar.
Slide 17 - Tekstslide
Commotio cerebri
Geen hersenweefsel beschadigd geraakt.
Fysiek trauma op de schedel, val of klap.
Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid.
Aandachtspunten?
Slide 18 - Tekstslide
Contusio cerebri
Traumatisch hersenletsel waarbij hersenweefsel beschadigd is geraakt.
Door trauma.
Grote variatie van mild tot ernstig.
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag in tweetallen
1 groep heeft het onderwerp trauma bij zwangeren
1 groep heeft het onderwerp trauma bij ouderen
Presenteren in 10 minuten.
Verschillen en aandachtspunten. Anatomie, fysiologie en pathologie.
Mogelijke complicaties. Prioriteren van handelingen of interventies.
Slide 20 - Tekstslide
Wervel letsel
Slide 21 - Tekstslide
Wervel letsel
Stabiele wervelfractuur
Indicaties voor log roll
Stabilisatie CWK
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Weke delen lestel
Slide 24 - Tekstslide
Weke delen letsel
Compartimentsyndroom: spieren worden omgeven door een strak kapsel. Een spiergroep met een kapsel er omheen wordt een spiercompartiment genoemd. In het onderbeen bestaan er 4 compartimenten.