H4.4 - Vermogen en energie (les 3)

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup.

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Ga op de JUISTE plek zitten en zorg dat je bent ingelogd op de lessonup.

Slide 2 - Tekstslide

4.4 - Vermogen en energie 
afsluitende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen voor vandaag
De leerling heeft geoefend met het bereken van het vermogen.

De leerling weet hoe hij mA en A moet omrekenen

De leerling is aan de slag gegaan met de test jezelf.

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt berekeningen maken met het verband tussen vermogen, spanning en stroomsterkte. 
grootheid             eenheid      symbool
spanning                 Volt                        V
stroomsterkte        Ampère                A
vermogen               Watt                     W
Vermogen=spanningstroomsterkte

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het vermogen?
A
Hoeveel energie een apparaat per seconde verbruikt.
B
Het aantal uur een batterij meegaat
C
Hoeveel elektrische stroom een apparaat aan kan.
D
Hoeveel energie een apparaat nodig heeft.

Slide 7 - Quizvraag

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

Slide 8 - Open vraag

Grootheid
eenheid
Afkorting
Vermogen
Stroomsterkte
Spanning 
V
Ampère
A
W
Watt
Volt

Slide 9 - Sleepvraag

Hier zie je een typeplaatje van een elektrisch apparaat. Hoeveel is het vermogen? vermogen
A
230
B
11
C
50-60
D
2400

Slide 10 - Quizvraag

Zet het juiste vermogen achter het lampje.
6300 W
1,2 W
1200 W
48 W
6,3 W

Slide 11 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde van laag vermogen naar hoog vermogen
minste vermogen
meeste vermogen

Slide 12 - Sleepvraag

Een waterkoker werkt op een spanning van 230 volt en trekt een stroomsterkte van 11,4 ampère. Bereken het vermogen van de waterkoker. Gebruik (GGFBA)

Slide 13 - Open vraag

Een LED-lamp werkt op een spanning van 12 volt en trekt een stroomsterkte van 250 milliampère (mA). Bereken het vermogen van de LED-lamp in watt (W).

Slide 14 - Open vraag

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de volgende opdrachten van H4.4 - 1 t/m 9. Maak DAARNA de test jezelf helemaal af.

Hoe? Doe dit de eerste 5 minuten individueel, daarna fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Check of je alle test jezelfs van het hoofdstuk hebt gemaakt.

Slide 15 - Tekstslide