1. de geadresseerde = de persoon die de brief krijgt
2. de afzender = de persoon die de brief schrijft
2. de aanhef = Wat er boven de brief staat ( ‘Lieve Marja,’
4. de afsluiting = Wat er onder de brief staat (bijvoorbeeld: ‘Groeten van Jan’.
5. voorstellen =Vragen: ‘Zullen we dat gaan doen?’
6. je mening geven = Zeggen wat je denkt over iets