(2023) Tekst indelen

Een tekst indelen 
  • Een tekst bestaat uit deelonderwerpen
  • Bijna elk examen bevat de opdracht om de tekst (na de inleiding) te verdelen in deelonderwerpen (tussenkopjes).
  • Jij moet bepalen bij welke alinea's ze horen. 
Zie blz. 354-355 in je NN-boek voor een uitgebreide uitleg
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een tekst indelen 
  • Een tekst bestaat uit deelonderwerpen
  • Bijna elk examen bevat de opdracht om de tekst (na de inleiding) te verdelen in deelonderwerpen (tussenkopjes).
  • Jij moet bepalen bij welke alinea's ze horen. 
Zie blz. 354-355 in je NN-boek voor een uitgebreide uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Tips!
  • Een deelonderwerp wordt vaak aangekondigd in de eerste zin(nen) en soms afgerond met een slotzin. Zoek dus naar dit soort scharnierzinnen (begin en einde alinea's)
  • De delen staan altijd op chronologische volgorde
  • Het eerste deelonderwerp start na de inleiding
  • Kijk ook naar andere examenvragen: die gaan soms over dat onderwerp.
  • Let op synoniemen voor de woorden in de vraag in de tekst.  

Slide 2 - Tekstslide

Maak opdr. 10 - 1 & 2
(blz. 354-357)
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

10 - 1
Bij welke alinea begint deel 3, 'Werkdruk in de samenleving'? Alinea (noteer cijfer)

Slide 4 - Open vraag

Vooral synoniemen helpen je hier
samenleving
maatschappelijke (r. 119 - 143) 
gemeenschap (r. 136)

Slide 5 - Tekstslide

10 - 2
Bij welke alinea begint deel 4, 'Werk als individuele keuze'? Alinea (noteer cijfer)

Slide 6 - Open vraag

Wat je hier had kunnen helpen
Het gaat nu niet meer over werkdruk, maar over werk
en over individuele keuzes

'Vrijwel alle werknemers verkiezen baanzekerheid boven een hoger inkomen etc.' (r. 222 - 226)

Slide 7 - Tekstslide

Nog een keer oefenen
Hierbij de eerste tekst van CE 2022-I.

  • Lees de tekst 'Alles is gemaakt om kapot te gaan'
  • Tip: onderstreep kernzinnen, omcirkel signaalwoorden

  • Maak de bijbehorende vragen (2 t/m 10)
  • Klaar? Rond tekst 4 af (Lekker leerlingen lastigvallen) óf neem de syllabus door
    (Oeps, tekst 2 moet ik nog kopiëren voor jullie)
timer
25:00

Slide 8 - Tekstslide

Bij welke alinea begint deel 3, ‘Reflectie op de tentoonstelling’? (1p)
Noteer het cijfer

Slide 9 - Open vraag

Bij welke alinea begint deel 4, ‘Eindoordeel over de tentoonstelling’? (1p)
Noteer het cijfer

Slide 10 - Open vraag

Noteer je antwoord bij vraag 3.
Let op! Het is een 2p-vraag! 
Dat betekent veelal, en dus ook nu, dat je antwoord uit twee delen moet bestaan.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

“Dat is een ongemakkelijke vraag.” (regels 139-140)

6: Waarom wordt bedoelde vraag als een ongemakkelijke vraag gezien? (1p)
A
omdat bedoelde vraag een retorische vraag is
B
omdat het antwoord moeilijk onder woorden te brengen is
C
omdat we tegenwoordig niets met eeuwigheidswaarde maken

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

8: Bij welk regelnummer begint jouw citaat?

Slide 17 - Open vraag

Let op: het citaat loopt van hoofdletter tot en met de punt. Eerste twee en laatste twee woorden incl. regelnummers is voldoende

Slide 18 - Tekstslide

9. Hoe luidt het eindoordeel over Hirsts tentoonstelling Treasures from the
Wreck of the Unbelievable, gelet op de strekking van tekst 1? (2p)
De tentoonstelling is
A
indrukwekkend, omdat Hirst kosten noch moeite heeft gespaard om een gigantische kunstschat te vervaardigen die niettemin fictief is
B
provocatief, omdat Hirst zich in deze tentoonstelling zonder enige reserve bedient van postmoderne ironie of humor in de vorm van moderne mythen.
C
relativerend, omdat Hirst met zijn fantasierijke weergave van een niet-bestaand verleden een ander perspectief biedt op de tegenwoordige kunst.
D
verontrustend, omdat Hirst de bezoeker een ontluisterende kijk op onze hedendaagse cultuur biedt met het tonen van de zogenaamde schatten

Slide 19 - Quizvraag

10. Hoe kan het voornaamste doel van tekst 1 het best worden omschreven? (1p)

De tekst
A
biedt de lezer een subjectieve bespiegeling op Hirsts tentoonstelling.
B
geeft een zakelijke en diepgravende analyse van Hirsts tentoonstelling.
C
plaatst de besproken tentoonstelling in de context van het verdere werk van Hirst.
D
wil de lezer overtuigen van de perfecte uitvoering en de beperkte zeggingskracht van Hirsts tentoonstelling.

Slide 20 - Quizvraag

Maak nu tekst 2 af
(Daarmee klaar? Kijk eens via de ELO bij de online methode Nieuw Nederlands bij het onderdeel Examensprint)
Volgende les: nakijken tekst 2 Damien Hirsts schitterende scheepswrak en de overkoepelende vragen bekijken

Slide 21 - Tekstslide