= Door middel van de hoogte van je prijzen de concurrentie met ander winkel aangaan.
Slide 2 - Tekstslide
Waarom zijn nieuwe artikelen duur?
Omdat de fabrikant de hoge ontwikkelkosten snel wil terugverdienen.
Slide 3 - Tekstslide
Verschil netto en brutoverkoopprijs
Netto- verkoopprijs = exclusief (zonder) BTW
Bruto- verkoopprijs = inclusief (met) BTW
BTW = Belasting toegevoegde waarde
Slide 4 - Tekstslide
Wat nou als je korting krijgt?
De inkoopprijs van een artikel is € 45,00. De bruto-verkoopprijs is € 99,90. De btw is 21%. Vanwege de uitverkoop krijgt de klant 20% korting. Hoeveel moet de klant betalen?
99,90 / 100 x (100-20) = € 79,92
Slide 5 - Tekstslide
Invloed van de fabrikant voor het bepalen van een prijs:
Verticale prijsbinding (alleen bij Nederlandstalige boeken)
Bodemprijs
Adviesprijs
Slide 6 - Tekstslide
Invloed van de winkelier bij het bepalen van de prijs:
Psychologische prijs (€2,99)
Prijs range (=Verschil tussen de laagste en de hoogste prijsklasse waarin een bepaald artikel te koop is.)
Price lining (= Hoe hoger de prijs, hoe beter de kwaliteit)
Prijsimago (= Imago dat een winkelier met zijn prijzen wil uitstralen)
Slide 7 - Tekstslide
Invloed van de klant
Prijsdrempel = Prijs die een klant maximaal voor een artikel wil betalen.
Slide 8 - Tekstslide
Exploitatie-overzicht
Deze gegevens zet je meestal in een exploitatie-overzicht. In dit overzicht kun je zien hoe het bedrijf het gedaan heeft in het afgelopen jaar. Dus of er winst of verlies is gemaakt.