wk 40 grammatica les 123

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

leesboek
laptop dicht

collegeblok

WELKOM

 

12.20 uur

les 3

1.  Lezen 10 min. 

2. Check leerdoelen zinsdelen, pv en ow   (5 min.)

3. Uitleg grammatica zinsdelen werkwoordelijk gezegde (10 min.)

     Aan het werk! (15 min.)

4. Evaluatie van de les (5 min)

Hf 1 Leerdoelen grammatica zinsdelen

zinsdelen 
Je kunt een zin 

in zinsdelen verdelen.

persoonsvorm (pv)

Je kunt de pv in een zin te vinden.

onderwerp (ow)
Je kunt het ow in een zin noemen.

Je kunt uitleggen 

hoe het zit.

Noem een kenmerk
van een zinsdeel

Hoe kun je de persoonsvorm
in de zin vinden?
Kort antwoorden

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Schrijf het aantal zinsdelen van de zin op.
(Kun je elk zinsdeel noemen?)

Morgen fiets ik om 7 uur naar school.

Op welke plek in deze zin
vind je het onderwerp?
Kies het meest volledige antwoord!

1. Achterin de zin
2. Voorin de zin
3. Voor de persoonsvorm
4. Achter de persoonsvorm

Wat is het onderwerp in deze zin?
Ruim de spullen op in de kast!

1. de spullen
2. geen onderwerp
3. in de kast

Welke zinnen zijn waar?

1. Elke zin heeft een onderwerp.
2. Onderwerp enkelvoud? Persoonsvorm ook enkelvoud
3. Onderwerp staat naast de persoonsvorm.
4. Bij een vraag is het onderwerp het 2e zinsdeel.

Bedenk een zin met 3 zinsdelen.
Het onderwerp bestaat uit 2 woorden.

Hf 2 Leerdoelen grammatica zinsdelen

werkwoordelijk gezegde (wg)

Je kunt het wg in een zin vinden.

Je kunt uitleggen hoe het zit.

Wie doet er mee met de uitleg van de docent?

Werkwoordelijk gezegde
persoonsvorm             Opa leest in de tuin.

infinitief                         Opa          in de tuin                     .

voltooid deelwoord    Opa        in de tuin             .

te / aan                 Opa zit te lezen. Opa is aan het lezen.

werkwoordelijke uitdrukking = wwg
                               Opa ligt in een deuk!

pv

infinitief

pv

vdw

Aan het werk. Welke keuzes maak jij?

1. Ik lees/beluister de uitleg in de online methode 
   Ik doe mee met de uitleg van de docent.
   
   
2. Ik werk uit mijn leerboek en kijk regelmatig na.
   Ik volg de online methode en lees de feedback.
   
   
3. Ik werk zelfstandig aan de opdrachten.
   Ik werk samen aan de opdrachten.
   

              WEEKTAAK is af vóór maandag 11 oktober
               De Brug grammatica zinsdelen

Bestudeer eerst de theorie. Je kunt het uitleggen.

Maak daarna de bijbehorende opdrachten.

hf 1 - opdr. 1 t/m 7

zinsdelen - persoonsvorm - onderwerp

hf 2 - opdr. 8 en 9
werkwoordelijk gezegde

Robin loopt.

WAT WEET EN KAN JE AL(weer)?

Luister naar de vraag.

Overleg zachtjes.
Om de beurt antwoorden.

Hoe tevreden ben je
over wat je (nog) weet van zinsdelen, pv en ow?

😒🙁😐🙂😃

Dank je wel !

Tot de volgende keer!

Hf 1 Leerdoelen grammatica

zinsdelen 
Je kunt uitleggen wat een zinsdeel is.
Je kunt voordoen hoe je een zin in zinsdelen verdeelt.

persoonsvorm (pv)

Je kunt de werkwoorden in een zin vinden.
Je kent 3 manieren om de pv in een zin te vinden.

onderwerp (ow)
Je kunt het ow in een zin noemen.
Je kent de vraag om het ow te vinden.

Overleg samen.

Bedenk zoveel mogelijk verschillende
zinnen met deze zinsdelen.
Noteer de zinnen. Let op de formulering!

mijn hond en ik / gewandeld / in het bos /
hebben / tijdens de regen

A

B

Wat hoort er bij grammatica?
Overleg samen.
Schrijf elk minimaal 6 dingen op.

schooltv.nl