Lezen 6

Wat ga je vandaag doen en leren?

--> Je herkent hoe een tekst is opgebouwd.
--> Je weet wat een kernzin is en hoe je deze in de tekst kunt vinden.
--> Je kent het begrip hoofdgedachte.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat ga je vandaag doen en leren?

--> Je herkent hoe een tekst is opgebouwd.
--> Je weet wat een kernzin is en hoe je deze in de tekst kunt vinden.
--> Je kent het begrip hoofdgedachte.

Slide 1 - Tekstslide

Tekstopbouw: Inleiding

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst waarvan je hier de inleiding ziet? 

Slide 3 - Tekstslide

Tekstopbouw: middenstuk

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

 Tekstopbouw: slot

Slide 6 - Tekstslide

Hoe rond deze schrijver zijn tekst af? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdgedachte

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht:
Je gaat oefenen met deze begrippen. Je past de begrippen toe in de volgende leestekst. 
Open nogmaals de tekst over Doneer een fiets en lees deze.  De tekst kun je ook op de volgende pagina voor laten lezen. Maak vervolgens de vragen op de volgende dia's.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Welke 2 manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver van deze tekst?

Slide 12 - Open vraag

Welke manier om de tekst af te sluiten gebruikt de schrijver?

Slide 13 - Open vraag

Hoe is alinea 3 opgebouwd?
A
Eerst de kernzin, daarna volgt uitleg
B
Eerst de kernzin, daarna volgen voorbeelden
C
Eerst uitleg, de kernzin sluit de alinea af
D
De kernzin staat midden in de alinea, ervoor en erna staat uitleg

Slide 14 - Quizvraag

Hoe is alinea 5 opgebouwd?
A
Eerst de kernzin, daarna volgt uitleg
B
Eerst de kernzin, daarna volgen voorbeelden
C
Eerst uitleg, de kernzin sluit de alinea af
D
De kernzin staat midden in de alinea, ervoor en erna staat uitleg

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de kernzin van alinea 1? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 16 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 2? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 3? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 18 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 4? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 5? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de kernzin van alinea 6? Je mag de 1e twee woorden en de laatste 2 woorden van de zin opschrijven.

Slide 21 - Open vraag

Kies de zin die het best de hoofdgedachte van de tekst vertelt.
A
Het ANWB Kinderfietsenplan heeft heel veel gebruikte (minder)fietsen nodig.
B
In Nederland zouden alle kinderen een fiets moeten hebben.
C
Kinderen die onder de armoedegrens leven hebben een fiets nodig om de wereld te kunnen ontdekken.
D
Lever een (kinder)fiets die je over hebt in voor het ANWB Kinderfietsenplan.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide