4k

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Hoe bereken je de brutowinst?

1. omzet - bedrijfskosten
2. omzet - inkoopwaarde
3. omzet + bedrijfskosten
4. omzet + inkoopwaarde

Wat zijn bedrijfskosten?

1. Afzet
2. Omzet
3. Kosten als huur en loonkosten
4. Kosten als omzet en derving

Hoe bereken je de nettowinst?

1. omzet - bedrijfskosten
2. brutowinst + bedrijfskosten
3. brutowinst - bedrijfskosten
4. omzet - inkoopwaarde

Afzet is:

1. Omzet - brutowinst
2. Het geld dat je krijgt
3. Het aantal verkochte producten
4. Nettowinst - omzet

Inkoopwaarde van de omzet kun je berekenen door:

1. omzet - verkoopprijs
2. afzet x verkoopprijs
3. afzet x inkoopprijs
4. Brutowinst - afzet

omzet

1. afzet x verkoopprijs
2. afzet x inkoopprijs
3. belastingopbrengst
4. pinbedrag

Firma Janssen b.v. verkoopt 500 elektrische fietsen per jaar.
Iedere fiets kost €1.000,-

1. Omzet is 500 fietsen
2. Afzet is 500 fietsen
3. Omzet is €1.000,-
4. Afzet is 1.000,-

brutowinst in procenten van de omzet bereken je als volgt:

1. bedrijfskosten : omzet x 100
2. nettowinst : omzet x 100
3. brutowinst : omzet x 100
4. brutowinst : inkoopwaarde x 100

Omzet = €1.000,-
Brutowinst = €500,-
Inkoopwaarde = ...

1. €1.500,-
2. €500,-
3. -€500,-
4. -€1.500,-

Bloemist Janssen verkoopt 200 bossen bloemen per week. Een bosje bloemen kost €20,-

1. Omzet is 200:€20,-=10
2. Omzet is €20,-
3. Omzet is 200
4. Omzet is 200x€20,- = €4.000,-