Kader PW thema 2 b1,b2, b3, b4 en b5 leren onderzoeken microscoop

Hoe heet een deel van een organisme met een bepaalde taak?
1 / 28
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe heet een deel van een organisme met een bepaalde taak?

Slide 1 - Open vraag

vul nummer 1, 2, 3 welke organen zijn dit>

Slide 2 - Open vraag

welke organen zijn nummer: 4, 5, 6

Slide 3 - Open vraag

Bij welk orgaanstelsel hoort het orgaan? Gebruik: ademhalingsstelsel – bloedvatenstelsel – verteringsstelsel.
1 Het hart hoort bij het ………..…………….
2 Een long hoort bij het ………..…………….
3 De slokdarm hoort bij het ………..…………….

Slide 4 - Open vraag

wat zijn de nummers 1 tm 3

Slide 5 - Open vraag

nummer 1 tm 4 wat is het

Slide 6 - Open vraag

Mandy heeft in haar tuin gewerkt en ze heeft er een wortel van een paardenbloem uitgehaald. Ze is nieuwsgierig naar de wortelharen aan de wortel. Mandy heeft een microscoop met een oculair dat 4x vergroot. Het objectief dat ze voor draait, vergroot 40x. Zo kan zij de wortelharen mooi in beeld krijgen.
Bereken de totale vergroting van de microscoop van Mandy. Geef ook je berekening!

Slide 7 - Open vraag

wortels hebben 3 taken: noem deze 3 taken.

Slide 8 - Open vraag

nr 1 tm 5 wat is het

Slide 9 - Open vraag

Een organisme bestaat uit cellen, organen en orgaanstelsels.
Zet de delen in de juiste volgorde, van groot (1) naar klein (4).
cel ……
orgaan ……
orgaanstelsel ……
organisme ……

A
3 - 2 - 1 - 4
B
2 - 4 - 3 - 1
C
1 - 2 - 3 - 4
D
4 – 3 – 2 – 1

Slide 10 - Quizvraag


Het oculair vergroot
A
10 x
B
40 x
C
400 x
D
1 x

Slide 11 - Quizvraag


Bij welke vergroting stel je eerst scherp?
A
10 x
B
40 x
C
400 x
D
100 x

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke vergroting stel je scherp met de kleine stelschroef?
A
10 x
B
40 x
C
400 x
D
100 x

Slide 13 - Quizvraag

Nr. 3 zijn de klemmen
Hoe gebruik je die?
A
Je doet het objectglas er onder
B
Je doet het objectglas er tussen
C
Hiermee stel je scherp
D
100 x

Slide 14 - Quizvraag

De microscoop draag je voor je buik. Waar heb je de microscoop vast?
A
nr. 7 en nr. 12
B
nr. 9 en nr. 12
C
nr. 9 en nr. 4
D
nr. 8 en nr. 11

Slide 15 - Quizvraag


Het grote glas in de afbeelding noem je het
A
afdekglaasje
B
het preparaat
C
het objectglas
D
het pincet

Slide 16 - Quizvraag

Kun je met de grote schroef een microscoop scherpstellen?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Heeft een plantencel een vacuole?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Zijn cellen de bouwstenen van een organisme?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Is de slokdarm onderdeel van het verteringsstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Mogen er luchtbellen in een preparaat zitten?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

Welk nummer geeft de hoofdnerf aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de functie van bladeren van planten?
A
Bladeren geven planten stevigheid
B
Bladeren nemen water en voedingsstoffen op
C
In de bladeren vindt fotosynthese plaats.

Slide 23 - Quizvraag

Planten hebben reservestoffen in hun wortels.
Wat is de functie van de reservestoffen in de wortels?

A
opnemen van water uit de grond
B
snel groeien van de bladeren in het voorjaar
C
voeding voor de planten in de buurt
D
voeding voor mensen en andere dieren

Slide 24 - Quizvraag

Waar kunnen bloemen aan de stengel van deze plant zitten?
A
punt A
B
punt B
C
Punt C
D
Punt D

Slide 25 - Quizvraag

Welk onderdeel vind je niet in een cel van een hond, maar wel in een cel van een blad van een rozenplant?
A
bladgroenkorrels
B
celwand
C
cytoplasma
D
celmembraan

Slide 26 - Quizvraag

Door plasmagroei wordt een dochtercel net zo groot als de moedercel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

De celdeling begint bij 1 moedercel. Wat komt er uit deze moedercel uiteindelijk?
A
1 dochtercel
B
2 dochtercellen
C
3 dochtercellen
D
4 dochtercellen

Slide 28 - Quizvraag