Les 7 [Impulsoverdracht]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Impuls
een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel

via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht

een ander woord voor impuls is actiepotentiaal

Binas tabel 88F
 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling (R vraag)
Hoeveel mV is het membraanpotentiaal in de rustfase?
A
30 mV
B
70 mV
C
-30 mV
D
-70 mV

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling (T1 vraag). De drempelwaarde van -50 mV wordt bereikt. Wat is de eerste stap bij de vorming van een actiepotentiaal?
A
Na+ poorten gaan open. Na+ stroomt cel in
B
Na+ poorten gaan open. Na+ stroomt cel uit
C
K+ poorten gaan open. K+ stroomt cel in
D
K+ poorten gaan open. K+ stroomt cel uit

Slide 5 - Quizvraag

Impuls
We hebben het gehad over de geleiding van een impuls binnen een zenuwcel

Nu gaan we het hebben over de overdracht van een impuls tussen zenuwcellen

Slide 6 - Tekstslide

impulsoverdracht
  • doorgeven van impuls van cel naar cel
  • uiteinde axon heeft verbreding
  • blaasjes neurotransmitters
  • neurotransmitters binden aan ion-kanalen op dendriet
  • ion-kanalen gaan open
  • Neurotransmitters worden opgeruimd of heropgenomen

Slide 7 - Tekstslide

impulsoverdracht
Gaan er in het dendriet voldoende natriumkanalen open en wordt de drempelwaarde van -50 mV bereikt, 

Dan zal de impuls starten in het dendriet en loopt deze door naar het axon.

Slide 8 - Tekstslide

Zet de stappen van een impulsoverdracht
in de juiste volgorde (binas)
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Impuls komt aan bij uiteinde axon
Grenswaarde membraanpotentiaal in dendriet wordt bereikt, actiepotentiaal in dendriet begint
Binding van neurotransmitter aan ionpoort. Instroom van Na+ / uitstroom van K+
 Mobilisatie synaptische blaasjes met neurotransmitters
Afgeven neurotransmitters aan de synaptische spleet door de synaptische blaasjes

Slide 9 - Sleepvraag

Acetylcholine (een neurotransmitter) wordt in de synapsspleet afgebroken door het enzym choline-esterase.
De werking van acetylcholine kan o.a. op de volgende manieren beïnvloed worden.
1.Door een stof X die er voor zorgt dat choline-esterase niet meer werkt.
2.Door een stof Y die de plaats van acetylcholine op het membraan van zenuwcel inneemt. Stof Y is verder onwerkzaam.

Welke gevolgen heeft de stof X op de werking van skeletspieren? En stof Y? (T2-vraag)
A
Beide stoffen laten de spieren verslappen
B
Beide stoffen laten de spieren samentrekken
C
Stof X laat de spieren samentrekken. Stof Y laat de spieren verslappen
D
Stof X laat de spieren verslappen. Stof Y laat de spieren samentrekken

Slide 10 - Quizvraag

Welke van deze conclusies is/zijn juist? (I-vraag)
Geef antwoord op de volgende slide

Slide 11 - Tekstslide

De hoeveelheid neurotransmitter, die per tijdseenheid door een bepaalde zenuwcel in een synapsspleet wordt gebracht, is niet constant.
Waar hangt deze hoeveelheid vanaf? (T1-vraag)
A
De sterkte van aankomende impulsen
B
De frequentie van aankomende impulsen
C
De herkomst van aankomende impulsen

Slide 12 - Quizvraag

Welke van deze conclusies is/zijn juist? (I-vraag)
Geef antwoord op de volgende slide

Slide 13 - Tekstslide

Welk van deze conclusies is/zijn juist?
A
Conclusie 1
B
Conclusie 2
C
Conclusie 3
D
Conclusie 1 & 2

Slide 14 - Quizvraag