4.2 Staten ontstaan

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Plaats de woorden op de goede plaats:
Minder mensen in de landbouw nodig
Ontginningen
Ontstaan steden
Specialisatie in beroepen
Horigheid neemt af
Bevolkingsgroei
Nijverheidshandel
Regionale handel
Interregionale handel

Slide 2 - Sleepvraag

In de middeleeuwen had elke stad eigen wetten en rechten. Wat is géén motief voor een heer om deze rechten te verlenen?

(vraag 6.a)
A
De hertogen wilden handel en nijverheid bevorderen
B
Mogelijkheid om meer belasting te heffen
C
Trouw van de burgers stimuleren
D
Meer invloed op het stadsbestuur krijgen

Slide 3 - Quizvraag

Alle partijen hadden voordeel van dit systeem. Bedenk waarom het desondanks in de loop van tijd is afgeschaft.
A
Nieuwe heersers wilden dezelfde wetten in elke stad
B
Doordat steden in opstand kwamen werden deze privileges weer afgepakt
C
De privileges leidden tot grote onrust tussen het patriciaat en het gemeen in de steden
D
Omdat volgens het geloof iedereen gelijk behandeld moest worden

Slide 4 - Quizvraag

"Hoe en waardoor werden mensen in de tijd van steden en staten vrijer?"

Beredeneer of de bron bruikbaar is voor de beantwoording van de onderzoeksvraag

Slide 5 - Open vraag

"Hoe en waardoor werden mensen in de tijd van steden en staten vrijer?"

Beredeneer of de bron betrouwbaar is voor de beantwoording van de onderzoeksvraag

Slide 6 - Open vraag

"Hoe en waardoor werden mensen in de tijd van steden en staten vrijer?"

Beredeneer of de bron representatief is voor de ontwikkeling naar meer vrijheid voor horigen in de Middeleeuwen

Slide 7 - Open vraag

Kort samengevat:
  1. Regionale heersers (koningen/hertogen/graven) stimuleerden de groei van steden om meerdere redenen: ten eerste om hier inkomsten uit te halen door middel van belastingen. Ten tweede om de loyaliteit van de stad te winnen.
  2. Door stadsrechten en privileges te verlenen bleven de steden loyaal aan de regionale heerser, die in tijden van oorlog een beroep kon doen op de steden.
  3. Hierdoor verkregen vooral de welvarende mensen in de stad patriciërs steeds meer rechten, zo mochten zij zitting nemen in het stadsbestuur en schepenen (rechters) benoemen. Doordat regionale heersers steeds afhankelijker werden van de inkomsten/giften van de steden kregen de steden steeds meer macht.
  4. Doordat patriciërs zich alle goede baantjes toe-eigenden ontstond er spanning tussen het gemeen (het gewone volk) en het patriciaat.  Hierdoor gaan ook mensen met het zelfde beroep zich verenigen in zogenaamde handwerkersgilden om meer inspraak te krijgen in het bestuur.
  5. Door de rechten en vrijheden in de steden trokken veel mensen van buitenaf naar de steden toe. Voornamelijk horigen (hoewel dit verboden was) trokken massaal naar de steden. Eenmaal binnen de poorten werden zij beschermd door de steden (zij wilden immers graag nieuwe mensen). Om de leegloop van de domeinen te voorkomen werden ook de plichten op het platteland verlicht. Hierdoor profiteerde uiteindelijk iedereen.

Slide 8 - Tekstslide

Willem de Veroveraar
Situatie in Frankrijk:
  • De Franse koning had zijn hele rijk verdeeld onder leenmannen, zelf had hij slechts enkele stukjes zelf in bezit. Hierdoor kon hij weinig belasting vragen. Leenmannen waren vaak machtiger dan de koning en trokken zich dus weinig aan van hem.
conclusie: Koning van Frankrijk heeft weinig macht en weinig inkomsten.

Situatie in Engeland na Willem de Veroveraar:
  • 1/5 van het land is van de koning
  • Een trouwe vriend werd benoemd als hoogste bisschop
  • Het land werd verdeeld onder 10 trouwe leenmannen die elk soldaten moesten leveren aan de koning.
  • Elke leenman moest een eed van trouw afleggen

Slide 9 - Tekstslide

Als Willem de Veroveraar komt te overlijden. Zouden de leenmannen trouw blijven aan de nieuwe koning in dit nieuwe systeem?
A
Ja, de eed van trouw is direct aan de koning gezworen.
B
Nee, edelen beschouwen het land alsnog als hun eigendom

Slide 10 - Quizvraag

Filips II Augustus
(van Frankrijk)
  • Koning Richard Leeuwenhart vocht voor het behoud van de Engelse gebieden in Frankrijk maar komt om het leven in 1199.

  • De opvolger John 'jan zonder land' is geen partij voor de Franse koning

  • Filips II Augustus (koning Frankrijk), gebruikt de onrust in Engeland om zijn macht in Frankrijk te vergroten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat was de aanleiding voor de Magna Carta?
A
De zware belasting die John invoerde om zijn oorlog in Frankrijk te bekostigen
B
Het executeren van zijn eigen vrouw
C
Hij trok aan de baarden van Ierse clanleiders als een teken van disrespect
D
Het doden van zijn eigen neefje

Slide 13 - Quizvraag

De Magna Carta betekende een grote overwinning. Maar voor wie?
A
Het gewone volk
B
De adel
C
De koning
D
Heel Engeland

Slide 14 - Quizvraag

Magna Carta
Aanleiding: Heffen van hoge belasting om zijn oorlog in Frankrijk te kunnen financieren (om vervolgens ook nog te verliezen)

Inhoud Magna Carta:
1) Geen belasting meer opleggen zonder instemming van de edelen.
2) Steden krijgen hun vrijheden en privileges weer terug
3) Niemand (alleen vrij mensen) mag gearresteerd of gevangen gezet worden zonder een rechterlijk oordeel
4) de kerk zal vrij zijn, de koning zal zich niet bemoeien met verkiezing van haar leden.

  • Vanaf 13 eeuw moest de koning controle van een parlement accepteren.

Slide 15 - Tekstslide

Frankrijk
  • Sinds Willem de Veroveraar hadden Engelse edelen land in leen in Frankrijk en in Engeland.

  • De Franse koning Karel VII wilde zijn macht vergroten en Frankrijk weer Frans maken.

  • Koning Edward (ENG) was bang land en handel te verliezen. Engeland handelde in wol met Vlaanderen.

Slide 16 - Tekstslide

Tijdens de honderdjarige oorlog kiest Vlaanderen (Noord-Frankrijk) de kant van Engeland. Hoe kun je dit verklaren?
A
Engeland en Vlaanderen hadden een wederzijdse afhankelijkheid op het gebied van handel
B
Engeland had meer soldaten tijdens de honderdjarige oorlog, Vlaanderen koos vanuit een militair oogpunt voor Engeland
C
Cultureel liggen Vlaanderen en Engeland dichter bij elkaar dan Frankrijk en Vlaanderen
D
De Fransen hadden een ander geloof dan de mensen in Vlaanderen, daarom kozen ze voor Engeland

Slide 17 - Quizvraag

In 1346 stonden de Engelse en Franse legers tegenover elkaar bij het

Het Franse leger was groter en bestond uit zwaar gepantserde ruiters. Het kleinere Engelse leger bestond uit licht bepantserde boogschutters.

Wie won?
A
Frankrijk
B
Engeland

Slide 18 - Quizvraag

honderdjarige oorlog
Oorzaken honderdjarige oorlog
1) Claim op de troon (ENG: verloren land terugveroveren / FA: al het Franse grondgebied onder de Franse vlag brengen)
2) Handel (ENG: veiligstellen van de wijnhandel en de textielhandel)

Begin honderdjarige oorlog:
  • FR is niet opgewassen tegen de ENG boogschutters
  • Bourgondië (waar Vlaanderen onder valt) sluit zich aan bij de Engelsen > Bourgondië wil eigen rijk stichten.

Eind honderdjarige oorlog:
  • Jeanne d'Arc (met de stem van God) inspireert de Franse koning tot een agressievere vorm van oorlogsvoering. Frankrijk wint in 1450 > Frankrijk wordt één staat.


Slide 19 - Tekstslide

Jeanne d'Arc wordt echter gevangen genomen door de Bourgondiërs en overgeleverd aan de Engelsen. Wat zou de reactie van de nieuwe Franse koning zijn (Karel VII)
A
Zonder Jeanne d'Arc had hij nooit koning geweest, hij komt haar meteen te hulp
B
Hij probeert Jeanne d'Arc vrij te krijgen, maar de Engelsen weigeren haar over te dragen
C
Voordat hij het nieuws te horen krijgt is het al te laat, Jeanne d'Arc is geëxecuteerd
D
Hij doet helemaal niets

Slide 20 - Quizvraag

Een nieuw Frankrijk
  • Nieuw belastingstelsel oprichten

  • Vooral steden betaalden het grootste deel in ruil voor privileges op het gebied van handel en bestuur

  • Gevolg: Meer inkomsten > meer soldaten/ambtenaren

  • Ongehoorzame leenmannen (edelen) worden aangepakt met dit nieuwe leger.

  • De koning vergroot hiermee zijn eigen macht door te centraliseren en te uniformeren.

Slide 21 - Tekstslide

In ruil voor belasting uit de steden geeft de koning privileges aan de steden. Op welke manier gaat dit tegen de centralisatie/uniformering beleid van de koning in?

Slide 22 - Open vraag

Engeland

  • Soeverein: Koning > erfrecht

  • Alle wetten/beslissingen moeten worden goedgekeurd door het parlement

  • particularisme (macht is verdeeld onder de edelen/parlement)

  • Vrijheden en rechten vastgelegd in de Magna Carta
Frankrijk

  • Soeverein: Koning > erfrecht

  • Alle wetten/beslissingen worden gemaakt door de koning. (Gehandhaafd door koninklijk leger en ambtenaren)

  • Vergaande centralisatie/uniformering

  • Inkomsten uit steden die hiervoor privileges in de handel en bestuur kregen

Slide 23 - Tekstslide

Homework
Lezen: 81 - 83

Maken: 3, 4 + leerdoelen blad

Slide 24 - Tekstslide