4H 3.6 Opvoeding of aanleg

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kruisingen die we tot nu toe hebben behandeld:
  • Monohybride: Aa x Aa
  • Intermediair: IAIa  x  IAIa
  • X-chromosomaal: XAX x  XAY
  • Bloedgroepen: IAi x IBi
  • Lethaal: AA = dood
  • Gekoppelde overerving:        x 

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 Genetica
3.1 Genotype en fenotype
3.2 Genenparen
3.3 Monohybride kruisingen 3
3.4 Geslachtschromosomen
3.5 Speciale manieren van overerven
3.6 Opvoeding of aanleg
PO Epigenetica (Artikel presentatie)

Slide 3 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 3.6
  • Opdrachten maken 
  • Afsluiting 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 3.6
  • Je kunt uitleggen wat het belang van tweelingonderzoek is voor de genetica
  • Je kunt verklaren waarom overerving soms anders verloopt dan verwacht.

Slide 5 - Tekstslide

 Gedrag: Erfelijk of aangeleerd? 

Slide 6 - Tekstslide

Nature <-> nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?

Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijk geweld en misbruik.

Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.

Slide 7 - Tekstslide

Gedrag van mensen wordt bepaald door hun genen.
Filosofen/Wetenschappers bij nature-nurture
Criminelen zien er anders uit dan niet-criminelen.
Het meeste gedrag van mensen en dieren is aangeleerd.
Criminaliteit is niet aangeboren, maar mensen kiezen er zelf voor om crimineel gedrag te vertonen.
John Locke & John Stuart Mill
Lombroso
Behavioristen Pavlov en Skinner
Merton

Slide 8 - Tekstslide

Genexpressie
De genexpressie van de cellen in je hoofdhuid is niet gelijk aan de genexpressie van de cellen van je lever.

Milieufactoren hebben invloed op het aan- en uitzetten van bepaalde allelen --> genexpressie kan veranderen

Slide 9 - Tekstslide

Genexpressie
Bij bepaalde muizen blijkt dat de voeding van
de moeder tijdens de zwangerschap van 
invloed is op de vachtkleur van de 
nakomelingen.

Bij eeneiige tweelingen leidt de invloed van
milieufactoren tot steeds duidelijkere 
verschillen. 


Slide 10 - Tekstslide

Tweeling-onderzoek
Als je gedrag van vader en zoon vergelijkt: overeenkomsten erfelijkheid of leergedrag?

Het meest geschikt zijn eeneiige tweelingen die gescheiden zijn opgegroeid. Identiek genotype, verschil is milieu.






Erik en Peter, eeneiige tweeling uit Nederland, gescheiden opgegroeid.

Slide 11 - Tekstslide

Epigenetica
Onderzoek naar het beïnvloeden van gen activiteit.

Aangezette of uitgezette genen (methylering) blijken geërfd te kunnen worden.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Een ééneiige tweeling groeit gescheiden van elkaar op. Wat zou je goed kunnen onderzoeken met behulp van deze tweeling?
A
De invloed van genen op het fenotype
B
De invloed van omgevingsfactoren op het fenotype
C
De invloed van omgevingsfactoren op het genotype
D
De invloed van het fenotype op de genen.

Slide 14 - Quizvraag

Typen overerving
Monohybride: Aa x Aa
Intermediair: IAIa x IAIa
X-chromosomaal: XAXa x XAY
Multipele allelen (bloedgroep): IAi x IBi
Lethaal: AA = dood
Gekoppelde overerving: x 

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen: 3.6
Maken opdracht 66 t/m 75
+ begrippenlijst







Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's





Slide 16 - Tekstslide