In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Waarom zouden we tweelingonderzoek uitvoeren?
Slide 1 - Woordweb
Welke beschrijving hoort bij welk begrip?
Bevat informatie over één erfelijke eigenschap
Bestaat uit DNA en eiwitten
Is een variant van een gen
De stof die de code bevat over erfelijke eigenschappen
Chromosoom
Allel
DNA
Gen
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is de verhouding in het fenotype van de nakomelingen als: Aa x Aa
A= Kuif, a= geen kuif, AA= lethaal
A
Kuif: geen kuif = 3 : 1
B
Kuif: geen kuif = 2: 0
C
Kuif: geen kuif = 2: 1
D
Kuif: geen kuif = 1: 1
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een typisch kruisingsschema voor een monohybride overerving?
A
B
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Kruisingen die we tot nu toe hebben behandeld:
Monohybride: Aa x Aa
Intermediair: IAIa x IAIa
X-chromosomaal: XAXa x XAY
Bloedgroepen: IAi x IBi
Lethaal: AA = dood
Gekoppelde overerving: x
Ongekoppelde overerving: AaBb x aabb
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het genotype van nummer 7 in de stamboom?
A
AA
B
Aa
C
aa
Slide 6 - Quizvraag
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief
Slide 7 - Quizvraag
Bij de mens komen twee gekoppelde genen voor: A en B. Hoe groot is de kans (procenten) dat een vader en een moeder met een chromosoompatroon zoals hiernaast een kind krijgen met genotype aaBb?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
1. Door kruising van een witte slak en een zwarte slak ontstaat een F1 met erg veel nakomelingen, die voor 100% uit grijze slakken bestaat. De F1 wordt onderling doorgekruist. a. Hoeveel procent van de grijze slakken in de F2 is homozygoot? b. Hoeveel procent van de homozygote slakken in de F2 is wit?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?
Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijk geweld en misbruik.
Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.
Slide 13 - Tekstslide
Tweeling-onderzoek
Als je gedrag van vader en zoon vergelijkt: overeenkomsten erfelijkheid of leergedrag?
Het meest geschikt zijn ééneiige tweelingen die gescheiden zijn opgegroeid. Identiek genotype, verschil is milieu.
< Erik en Peter, ééneiige tweeling uit Nederland, gescheiden opgegroeid.