In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Temperatuur
Slide 1 - Tekstslide
Temperatuur meten
graden Celsius, °C (Europa)
graden Kelvin, K (wetenschap)
graden Farenheit, °F (Amerika)
Slide 2 - Tekstslide
Celsius en Kelvin
graden Kelvin = 273 + graden Celsius
graden Celsius = graden Kelvin - 273
Slide 3 - Tekstslide
Celsius schaal
Anders Celsius (1701-1744, Zweden), stelde de eerste versie
van deze schaal (met 0° en 100° verwisseld)
voor het eerst voor in 1742.
0 °C is de temperatuur waarbij water bevriest.
100 °C is de temperatuur waarbij water kookt.
Slide 4 - Tekstslide
1 graad Celsius = ....Kelvin
A
271
B
274
C
-271
D
- 272
Slide 5 - Quizvraag
wat is 20 graden Celsius in graden Kelvin?
A
20 K
B
273 K
C
293 K
D
253 K
Slide 6 - Quizvraag
15 graden Celsius =
A
-258 K
B
15 K
C
288 K
D
268 K
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel Kelvin is 28 graden Celsius?
A
301
B
-245
C
281
D
-225
Slide 8 - Quizvraag
100 graden Celsius =
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K
Slide 9 - Quizvraag
Temperatuur meten
Temperatuur wordt met een verschillende soorten thermometers gemeten, namelijk:
1. Digitaal
2.Analoog
Slide 10 - Tekstslide
Temperatuur
Temperatuur kun je meten met een thermometer:
vloeistofthermometer
Slide 11 - Tekstslide
De thermometer
Om de temperatuur te meten, gebruik je een thermometer
Deze bestaat uit een reservoir, een stijgbuis en een schaalverdeling
Slide 12 - Tekstslide
Thermometer
Op de thermometer en de getallenlijn
Getallenlijn
staan de negatieve getallen onder 0.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe heet onderdeel 1 ?
A
reservoir
B
schaalverdeling
C
cilinder
D
stijgbuis
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 2 ?
A
reservoir
B
schaalverdeling
C
cilinder
D
stijgbuis
Slide 15 - Quizvraag
Onderdeel 3 is de schaal- verdeling. Hoe kan je zelf een schaalverdeling maken?
A
Lengte van stijgbuis opmeten en in gelijke delen verdelen
B
Liniaal er langs en de maatstrepen gewoon overnemen.
C
Smeltend ijs voor nulpunt en kokend water voor 100. Daartussen gelijk verdelen.
D
Vloeistofniveau begin is nulpunt. Met hand opwarmen tot het niet meer stijgt is 100. Daartussen beetje verdelen.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het meetbereik van deze thermometer?
A
-4 graden Celsius
B
van 40 tot 50 graden Celsius
C
van -40 tot +50 graden Celsius
D
16 graden Celsius
Slide 17 - Quizvraag
Beantwoord de volgende vragen. De thermometers kun je aangeven met A, B en C (van links naar rechts) Welke temperatuur geven de thermometers aan? Welke thermometer zou je kunnen gebruiken als koorts thermometer? Welke thermometer kun je het meest nauwkeurig aflezen?
Slide 18 - Open vraag
Andere soorten thermometers
Behalve de vloeistofthermometer zijn er nog meer soorten thermometers.
Vleesthermometer
Slide 19 - Tekstslide
Een digitale thermometer is nauwkeuriger dan de vloeistof thermometer