Voeding en vocht

Voeding en vocht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voeding en vocht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kan jij 
  • een vochtbalans opmaken
  • een zorgvrager ondersteunen bij eten en drinken
  • voorlichting geven over hulpmiddelen bij eten en drinken
  • ondersteunen bij voeding en vochtinname
  • risico's aangeven, observeren en signaleren en handelend optreden
  • bijzonderheden rapporteren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent voeding voor jou?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij gewoontes rondom eten, de maaltijd en drinken?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie van voeding
Voeding wordt gebruikt in het lichaam:
- Voor groei, beweging, energie, verbranding
- Bouwstoffen, brandstoffen en voedingstoffen
- Psychosociale rol van voeding

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van vocht
Vocht word gebruikt in het lichaam als:
- transportsysteem
- regeling van lichaamstemperatuur (zweet)
- bevochtiging van de slijmvliezen (mond, neus)
- het helpen van de spijsvertering en voorkomen van o.a. obstipatie 

Slide 6 - Tekstslide

Water is een onontbeerlijk bestanddeel van voeding. In het spijsverteringskanaal worden uit het vocht eiwitten, mineralen en vitaminen gehaald en het over gebleven water wordt opgenomen in het lichaam. Vocht heeft verschillende functies in het lichaam.
1. Het is een bouwstof
2. Het is een oplosmiddel en een transportmiddel
3. Het reguleert de warmte van het lichaam
Het lichaam van een volwassene bestaat voor ongeveer 60% uit water en daarin opgeloste bestanddelen. Bij een baby is dit zelfs meer dan 70%. Een vochtverlies van ongeveer 20% is dodelijk. Water is nodig om de lichaamsprocessen goed te laten verlopen. Water zorgt voor transport van de voedingsstoffen naar de weefsels en voor de afvoer van afvalstoffen van de weefsels. Om dat transport mogelijk te maken is het nodig dat de stoffen die vervoerd moeten worden, oplosbaar zijn in water

Wat is van invloed op de dagelijkse inname van vocht en voeding?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn risico's bij eten en drinken?

Slide 8 - Woordweb

Hoe observeer je dit?
Wat kunnen redenen zijn van verslikken?
Dehydratie? Verbranden?
Voedsel besmetten?

Op welke manier kan je voeding binnen krijgen?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Enteraal
Voeding en vocht:
  • Normaal
  • Gemalen
  • Dik vloeibaar
  • Dun vloeibaar
  • Sondevoeding

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent parenterale voeding?
A
Voeding via de mond
B
Voeding via een sonde door de buikwand (PEG)
C
Voeding via een Maagsonde
D
Voeding via een speciaal infuus

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je aan denken als iemand gaat eten/ als jij iemand ondersteunt bij eten/ drinken?

Slide 12 - Open vraag

Houding platliggen
In bed
Aan tafel

Wat staat er allemaal op een vochtbalans?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaat er in?

Vocht
Infuus
Sonde
Voeding

Kortom alles wat er enteraal en parenteraal in gaat
Wat gaat er uit?

Urine
Ontlasting
Braken
Ademen
Zweten
Maaginhoud
Drains

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans Positief of negatief?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveelheden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houding tijdens eten en drinken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat jouw verpleegkundige zorg uit?

Slide 18 - Open vraag

Zorg voor omgeving, gewoonten en sfeer
Handen wassen
Bidden
Verpakkingen
Dien het smakelijk op
Snijden
Niet doorroeren
Bescherm de kleding van de zorgvrager
Let op houding
Bij hulp: ga zitten: ooghoogte
Pas snelheid aan
Na eten: handen wassen en tanden poetsen
Overleg met zorgvrager
Rustige prikkelarme omgeving
Kleine hoeveelheden
Laat zm afhappen
Vochtbalans bepalen

Ondersteunen bij voeding en vocht


Omgeving
Voor- en nazorg
Bereiden
Zorg voor de patient

Slide 19 - Tekstslide

Zorgbehoefte
Bij de zorg voor voeding en vocht werk je methodisch, je schat de zorgbehoefte van de zorgvrager in. Je observeert de zorgvrager, je stemt je zorg af op zijn zorgbehoefte. Je coördineert en evalueert de zorg en je hanteert de juiste beroepshouding.
Om de benodigde zorg in te schatten, lees je eerst het verpleegplan en let je op de volgende gegevens;
• Leeftijd en ontwikkelingsfase
• Eet en drinkgewoontes (soorten en hoeveelheden)
• Eetlust
• Lengte/ lichaamsgewicht, eventueel het gewichtsverloop van de laatste maand(en)
• Conditie
• Medicatie
• Slikklachten
• Activiteiten
• Ziektebeeld
• Gebruik van hulpmiddelen
• Kennis van de zorgvrager over zijn ziekte
• Houding van de zorgvrager tegenover zijn ziekte en de bijhorende beperkingen (denk aan een stoma)
• Sociale, economische, culturele en religieuze achtergrond van de zorgvrager met betrekking tot voeding
• Voorgeschiedenis
Al deze gegevens hebben invloed op de inname van voeding en vocht.
Zorgvrager observeren
Als je gegevens verzamelt om de zorgbehoefte in te schatten, hoort daar ook bij dat je de zorgvrager observeert. Let op de volgende drie aandachtspunten.
• Je observeert wat de zorgvrager eet en drinkt, je noteert wat, hoeveel, wanneer en eventueel waar hij eet en drinkt. Houdt zonodig vocht en voedingslijsten bij.
• Je observeert het gedrag tijdens het eten. Hierbij ga je na hoe de zorgvrager met voeding en vocht omgaat, welke factoren zijn eetlust beïnvloeden en in hoeverre hij zelf voor zijn voeding en vocht kan zorgen.
• Je observeert voedingsproblemen, zoals misselijkheid en braken, diarree en andere problemen die te maken kunnen hebben met vocht en voedingsgebruik.


Algemene richtlijnen voor hulp bieden bij eten en drinken
Biedt voor het eten een urinaal of po aan of bied de gelegenheid voor de toiletgang.
Zorg voor goede hygiëne; was je handen en laat de zorgvrager zijn handen wassen, bescherm het bed en de kleding tegen het morsen en dien het eten hygiënisch op.
Help de zorgvrager in een comfortabele houding. Liefst rechtop zittend, maar dat is niet altijd mogelijk. Ondersteun hem dan zo goed mogelijk met kussens of andere hulpmiddelen.
Vermijd onaangename geuren; zorg voor een goede geventileerde en frisse ruimte.
Maak de tafel op het bedtafeltje schoon, zorg voor een prettige sfeer door het gebruik van kleedjes, servetten, kaarsen, bloemetje enz.
Zet de maaltijd zo klaar dat de zorgvrager een goed overzicht heeft of leg hem uit wat er gegeten wordt en waar het eten op het bord ligt.
Controleer de voeding op de afgesproken wensen, mogelijkheden en afspraken rondom de voedingsproducten en samenstelling van de voeding.
Geef de zorgvrager de gelegenheid om uiting te geven aan zijn religieuze gewoonten.
Evalueer de maaltijd met de zorgvrager en pas eventueel het verpleegplan of de voeding aan.
Biedt de zorgvrager de mogelijkheid de handen te wassen, zich op te knappen, of mondverzorging toe te passen na de maaltijd.
Breng de zorgvrager opnieuw in een comfortabele houding of naar een andere plaats waar hij wil verblijven


Welke hulpmiddelen ken jij voor ondersteunen bij eten en drinken?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen
Ergotherapeut
Beperkingen
Mogelijkheden patiënt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies