Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.5 - Het immuunsysteem (A3)
Thema 3
Bloedsomloop
h/v 3
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 3
Bloedsomloop
h/v 3
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.1 - Bloed
3.2 - De bloedsomloop
3.3 - Het hart
3.4 - Uitscheiding
3.5 - Het immuunsysteem
3.6 - Gezond leven
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe
3.8 - Bloedgroepen
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.4 - Uitscheiding
Herhaling
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.5 - Het immuunsysteem
Slide 4 - Tekstslide
Doelen van deze paragraaf
Je kan uitleggen hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
Je kan omschrijven op welke wijze immuniteit kan ontstaan
Je kan omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie
Slide 5 - Tekstslide
Lichaamsvreemde stoffen
Ziekteverwekkers, maar ook bijv. een splinter of tattoo-inkt zijn
lichaamsvreemde stoffen
.
De
immuunsysteem
/
afweersysteem
heeft als functie om lichaamsvreemde stoffen uit je lichaam te verwijderen.
Slide 6 - Tekstslide
Eerste lijn van verdediging
- Huid
- Slijmvliezen in de neus
-Maagzuur
- De slijmlaag in de wand van de luchtpijp
- Traanvocht en speeksel
Slide 7 - Tekstslide
Infectie
Ziekteverwekker toch door de huid heen? --> infectie
Afweersysteem/ immuunsysteem wordt actief.
Witte bloedcellen moet ziekteverwekkers opsporen en dood maken
Slide 8 - Tekstslide
Hoe worden bacteriën / virussen herkend?
Antigeen
- eiwit op buitenkant cel
- lichaamsvreemde antigenen activeren het immuunsysteem
Slide 9 - Tekstslide
Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen
Vreetcellen Antistofcellen > Geheugencellen
Sommige blijven over na infectie
Slide 10 - Tekstslide
Specifieke afweer met antistoffen
Hoeveelheid antistoffen na 1e en 2e besmetting (= infectie)
Antistoffen, antigenen en immuniteit
Slide 11 - Tekstslide
Natuurlijke en kunstmatige immuniteit
Natuurlijke immuniteit
:
op natuurlijke wijze.
Ziekte doormaken (actief)
Borstvoeding (passief)
Kunstmatige immuniteit
:
door 'prikje'.
Vaccin (actief)
Serum (passief)
Actief
= zelf antistoffen maken
Passief
= antistoffen van buiten ontvangen
Slide 12 - Tekstslide
Vaccinatiegraad
De
vaccinatiegraad
geeft aan welk deel van de bevolking is ingeënt.
Bij sommige virussen is een hoog percentage nodig om ervoor te zorgen dat de ziekte zich niet meer verspreid, bijvoorbeeld de mazelen (95%).
Slide 13 - Tekstslide
Allergie
Allergie
= heftige reactie van afweer op bepaalde stoffen.
Allergie
= heftige reactie van afweer op bepaalde stoffen.
Slide 14 - Tekstslide
Anafylactische reactie
Heftige allergische reactie. Opzwellen van slijmvliezen en lippen, benauwd.
Bloedvaten verwijden
en de
bloeddruk daalt
.
Heel gevaarlijk en evt dodelijk. Daarom hebben deze mensen vaak een
EpiPen
bij zich.
Injectienaald met adrenaline. Om de
bloeddruk
weer te laten
stijgen
.
Slide 15 - Tekstslide
Vragen
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een antigen?
A
Een eiwit dat het lichaam gebruikt voor bescherming tegen ziekteverwekkers
B
een lichaamsvreemd molecuul dat een afweereactie oproept
C
Een binnengedrongen bacterie of virus
D
een lichaamscel die wordt aangevallen door een binnegedrongen micro-organisme
Slide 17 - Quizvraag
Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw
Slide 18 - Quizvraag
Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.
Slide 19 - Quizvraag
Immuniteit is:
A
Dat een organisme geen last heeft van een ziekteverwekker
B
Dat een organisme geheugencellen aanmaakt tegen een ziekteverwekker
C
Dat een ziekteverwekker een organisme niet in kan komen
Slide 20 - Quizvraag
Kunstmatige immuniteit
A
immuniteit die ontstaat doordat je al een keer een bepaalde ziekte hebt gehad
B
immuniteit die ontstaat door inenting met een vaccin, zoals de griepprik
C
Lichaamsvreemde stoffen die een ziekte veroorzaken
D
Lichaamsvreemde stoffen die geen ziekte veroorzaken
Slide 21 - Quizvraag
Aan het werk
Maken
:
Begrippenlijst basisstof 6
Klaar?
Basisstof 6: opdracht 1 t/m 4
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
16.3 dl2 + 16.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen kl
Maart 2024
- Les met
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
21.3 dl2 + 21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen
Juni 2022
- Les met
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
12.3 Specifieke afweer ll
November 2023
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
12.3 Specifieke afweer
Mei 2023
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
12.3-2 Specifieke afweer deel 2
Juni 2022
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Bs 5 Immuunsysteem
Maart 2024
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 5 Immuunsysteem
Mei 2022
- Les met
37 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bs 5 Afweer
Maart 2022
- Les met
20 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2