27A va r. 12

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 va r. 12
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 va r. 12

Slide 1 - Tekstslide

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 r. 12-13
hoofdzin: ibi ... militibus mirantibus imperavit
1e bijzin: postquam aciem instruxit
2e bijzin: ut conchas colligerent
3e bijzin: galeasque complerent
ptc-bepaling: 'spolia Oceani' vocans

Slide 2 - Tekstslide

hoofdzin:
Met welk(e) woord(en) congrueert mirantibus?
A
het ingesloten onderwerp van de pv
B
het ingesloten lijdend voorwerp van de pv
C
met militibus
D
met conchas

Slide 3 - Quizvraag

2e + 3e bijzin:
In welke vorm staan colligerent en complerent?
A
3e mv ind prae A
B
3e mv ind perf A
C
3e mv conj prae A
D
3e mv conj imperf A

Slide 4 - Quizvraag

Welk gebruik van de conjunctivus is hier toegepast?
A
finalis/van doel na ut
B
consecutivus/van gevolg na ut
C
finalis in relatieve bijzin
D
in een afhankelijke vraag

Slide 5 - Quizvraag

ptc-bepaling
Met welk(e) woord(en) congrueert vocans?
A
het ingesloten onderwerp van de pv (Caligula)
B
het ingesloten onderwerp van de pv
C
met specie
D
met captivorum

Slide 6 - Quizvraag

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 r. 14

ptc-bepaling: Romam reversus
Hoofdzin 1: conchas senatoribus ostendit
Hoofdzin 2: ita locutus est

Slide 7 - Tekstslide

ptc-bepaling
Met welk(e) woord(en) congrueert reversus?
A
het ingesloten onderwerp van de pv (Caligula)
B
het ingesloten onderwerp van de pv
C
met specie
D
met captivorum

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdzin 1:
Welke naamval en functie heeft senatoribus?
A
dat mv - Meewerkend Voorwerp
B
dat mv - van bezit (possessivus)
C
abl mv - bijwoordelijke bepaling
D
abl mv - aanvulling ww

Slide 9 - Quizvraag

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 r. 15-1

Slide 10 - Tekstslide

In welke naamval staat Senatores?

Slide 11 - Open vraag

Welke naamval en functie heeft magna virtute?
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - praedicatieve bepaling
C
abl ev - bijwoordelijke bepaling
D
abl ev - aanvulling ww

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk werkwoord is magna virtute een aanvulling?

Slide 13 - Open vraag

tekst 27A va r. 12
Tekst 27 r. 15-2

Slide 14 - Tekstslide

In welke vorm staat fruamur
A
1e mv ind prae A
B
1e mv ind perf A
C
1e mv conj prae A
D
1e mv conj imperf A

Slide 15 - Quizvraag

Welk gebruik van de conjunctivus is hier toegepast?
A
adhortativus
B
dubitativus
C
potentialis
D
irrealis

Slide 16 - Quizvraag

Welke naamval en functie heeft victoria?
A
nom ev - onderwerp
B
nom ev - praedicatieve bepaling
C
abl ev - bijwoordelijke bepaling
D
abl ev - aanvulling ww

Slide 17 - Quizvraag