Les 19 H4 en H5 Welvaart en Ongelijkheid

Economie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Herhaling en bespreken opdrachten hoofdstuk 3
  • Bespreken theorie hoofdstuk 4 en 5
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Hoofdstuk 3
  • Wanneer is sprake van economische groei?
  • Wat houdt de infant-industry-argument in?

Slide 5 - Tekstslide

Opgaven bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Vind jij dat geld gelukkig maakt?

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart
Beperkingen van BBP:
  • geen rekening gehouden met consumentensurplus
  • geen rekening gehouden met externe effecten
  • geen rekening gehouden met onbetaalde arbeid

Slide 8 - Tekstslide

Welvaartsbegrippen:
Eng welvaartsbegrip:
Het surplus op iedere markt opgeteld.

Ruim welvaartsbegrip:
Welvaartsbegrip dat rekening houdt met externe effecten.

Slide 9 - Tekstslide

Alternatieven BBP:
  1. Het groene bbp
  2. HDI (Human Development Index
  3. VN-geluksindex 

Slide 10 - Tekstslide

Groene BBP
Milieuvervuiling is een negatief extern effect. bbp corrigeert dit.

groene bbp = bbp - kosten van weer ongedaan maken van de milieuvervuiling die ontstaan is dor het bbp.

nadeel: vet ingewikkeld en volledig objectief

Slide 11 - Tekstslide

HDI:
Human Development Index. kijkt naar 3 onderdelen:
  • Aantal jaren op school
  • levensverwachting in jaren
  • BBP

    Als we landen met elkaar willen vergelijken zegt dit veel meer over welvaart dan alleen het BBP toch? 

Slide 12 - Tekstslide

Nee, de hoogte van het BBP is dusdanig van invloed op de andere factoren (gezondheid en onderwijs) dat de landen op volgorde van BBP nauwelijks een ander beeld geeft dan wanneer we de landen op volgorde van HDI zetten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De VN-geluksindex
'Gewoon' een enquête houden onder bevolkingen om te vragen hoe gelukkig ze zijn.

Niet objectief.

Slide 15 - Tekstslide

Verdeling van welvaart
  • Welvaart is in geen enkel land gelijk
    verdeeld (gelijk niet verwarren met eerlijk)
    - Gelijk is objectief
    - Eerlijk is subjectief

Slide 16 - Tekstslide

Hoe gelijk verdeeld?
Gebruik maken van de
Lorenzcurve

Slide 17 - Tekstslide

Herverdelen welvaart
Inkomen naar belastingen is gelijker verdeelt. Doordat:
  • mensen met een hoger inkomen zowel relatief als absoluut meer (inkomens)belasting betalen
  • uitkeringen
  • toeslagen
    Hierna: secundair inkomen

Slide 18 - Tekstslide

hoe werkt deze inkomensbelasting?
Eerst het belastbare loon bepalen door aftrekposten er vanaf te halen.
Vervolgens door verschillende belastingschijven halen.
Tot slot heffingskortingen er vanaf halen

Slide 19 - Tekstslide

Hoe werkt dit?
Heffingskorting bijvoorbeeld: €5.000
Hypotheekrenteaftrek bijvoorbeeld: € 2.000
Inkomen voorbeeld:
€50.000
ga uit van het jaar 2018

Hoeveel belasting betaal je?

Slide 20 - Tekstslide

Gemiddeld en marginaal
Gemiddeld belastingtarief is het inkomen gedeeld door totaal inkomen

Marginaal belastingtarief: het percentage dat iemand betaald over zijn laatstverdiende euro.

Slide 21 - Tekstslide

Nivelleren en denivelleren
Nivelleren: mensen met een hoog inkomen betalen relatief meer belasting, waardoor secundaire inkomens dichter bij elkaar liggen dan primaire inkomens.

Denivelleren: tegenovergesteld

Slide 22 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 23 - Tekstslide