Les 19 H4 en H5 Welvaart en Ongelijkheid

Economie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Herhaling en bespreken opdrachten hoofdstuk 3
  • Bespreken theorie hoofdstuk 4 en 5
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Hoofdstuk 3
  • Wanneer is sprake van economische groei?
  • Wat houdt de infant-industry-argument in?

Slide 3 - Tekstslide

Opgaven bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Vind jij dat geld gelukkig maakt?

Slide 5 - Tekstslide

Welvaart
Beperkingen van BBP:
  • geen rekening gehouden met consumentensurplus
  • geen rekening gehouden met externe effecten
  • geen rekening gehouden met onbetaalde arbeid

Slide 6 - Tekstslide

Welvaartsbegrippen:
Eng welvaartsbegrip:
Het surplus op iedere markt opgeteld.

Ruim welvaartsbegrip:
Welvaartsbegrip dat rekening houdt met externe effecten.

Slide 7 - Tekstslide

Alternatieven BBP:
  1. Het groene bbp
  2. HDI (Human Development Index
  3. VN-geluksindex 

Slide 8 - Tekstslide

Groene BBP
Milieuvervuiling is een negatief extern effect. bbp corrigeert dit.

groene bbp = bbp - kosten van weer ongedaan maken van de milieuvervuiling die ontstaan is dor het bbp.

nadeel: vet ingewikkeld en volledig objectief

Slide 9 - Tekstslide

HDI:
Human Development Index. kijkt naar 3 onderdelen:
  • Aantal jaren op school
  • levensverwachting in jaren
  • BBP

    Als we landen met elkaar willen vergelijken zegt dit veel meer over welvaart dan alleen het BBP toch? 

Slide 10 - Tekstslide

Nee, de hoogte van het BBP is dusdanig van invloed op de andere factoren (gezondheid en onderwijs) dat de landen op volgorde van BBP nauwelijks een ander beeld geeft dan wanneer we de landen op volgorde van HDI zetten.

Bij welke landen zal de hoogte van het BBP afwijken van de hoogte van de HDI?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De VN-geluksindex
'Gewoon' een enquête houden onder bevolkingen om te vragen hoe gelukkig ze zijn.

Niet objectief.

Slide 13 - Tekstslide

Verdeling van welvaart
  • Welvaart is in geen enkel land gelijk
    verdeeld (gelijk niet verwarren met eerlijk)
    - Gelijk is objectief
    - Eerlijk is subjectief

Slide 14 - Tekstslide

Hoe gelijk verdeeld?
Gebruik maken van de
Lorenzcurve

Slide 15 - Tekstslide

Hoe doet Nederland het eigenlijk op het gebied van ongelijkheid?

Slide 16 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Worldbank 2024

Slide 17 - Tekstslide

Vermogen relatief ongelijk verdeeld in Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Box 3
Vermogen wordt belast in box 3, maar is dit terecht?

Vrijwel alleen in Nederland op deze manier
gebruikt.
Thomas Piketty: rendement op vermogen is
structureel groter dan is dan economische
groei (bbp)
Dit leidt volgens hem tot een steeds grotere
ongelijkheid.

Slide 20 - Tekstslide

Herverdelen welvaart
Inkomen naar belastingen is gelijker verdeelt. Doordat:
  • mensen met een hoger inkomen zowel relatief als absoluut meer (inkomens)belasting betalen (box 1)
  • uitkeringen
  • toeslagen
    Hierna: secundair inkomen

Slide 21 - Tekstslide

hoe werkt deze inkomensbelasting?
Eerst het belastbare loon bepalen door belastingvrije voet en aftrekposten er vanaf te halen.
Vervolgens door verschillende belastingschijven halen.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werkt dit?
Belastingvrije voet bijvoorbeeld: €5.000
Hypotheekrenteaftrek bijvoorbeeld: € 2.000
Inkomen voorbeeld:
€50.000
Hoe hoog is het netto-inkomen?

Slide 23 - Tekstslide

Gemiddeld en marginaal
Gemiddeld belastingtarief is de belasting gedeeld door totaal inkomen *100%

Marginaal belastingtarief: het percentage dat iemand betaald over zijn laatstverdiende euro.

Slide 24 - Tekstslide

Nivelleren en denivelleren
Nivelleren: mensen met een hoog inkomen betalen relatief meer belasting, waardoor secundaire inkomens dichter bij elkaar liggen dan primaire inkomens.

Denivelleren: tegenovergesteld

Slide 25 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 26 - Tekstslide