2.2 Fascisme en communisme Deel B

Het interbellum
2.2 Fascisme en communisme deel B



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het interbellum
2.2 Fascisme en communisme deel B



Slide 1 - Tekstslide


Leerdoelen
  • De situatie in de Sovjet-Unie tijdens het interbellum

  • De kenmerken van het communisme onder stalin                              benoemen en uitleggen
Begrippen

  • Planeconomie
  • Collectivisatie
  • Kolchozen
  • Koelakken
  • Stalinisme
Jozef Stalin

Slide 2 - Tekstslide


Jozef Stalin


Leider,  van de Sovjet-Unie (1928-1953)
Onder Stalin werd het communistische Sovjet-Unie een totalitaire samenleving. 


Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al?

Slide 4 - Tekstslide

  • De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij

  • Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

Sprake van persoonsverheerlijking 
(van Stalin)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken van het communisme onder Stalin

Stalinisme

Slide 8 - Tekstslide

1.     Planeconomie




  •    De Communistische partij had alle macht, ook over de economie
  •    Stalin wil van de SU een industriele samenleving maken
  •    Tegen kapitalisme
  •    Er werden nieuwe fabrieken, sporen en kanalen gebouwd




  
                             

Slide 9 - Tekstslide

Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 10 - Tekstslide

2.    Collectivisatie


  • Bevolking in steden groeide hard, er moest meer eten komen

  • Kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • Opstanden van de boeren. Koelakken (rijke boeren)  worden hard gestraft.

Slide 11 - Tekstslide

3.     Terreur

  • Stalin liet masaal (Politieke) tegenstanders oppakken

Voorbeelden:
  • Showprocessen
  • Goelag

Slide 12 - Tekstslide


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 13 - Tekstslide


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 14 - Tekstslide



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 15 - Tekstslide