In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Marketing
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je beschrijft de betekenis van het begrip korting.
Je geeft aan in welke situaties korting gegeven kan worden.
Je onderscheid de verschillende vormen van korting.
Slide 2 - Tekstslide
Even oefenen......
Slide 3 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord korting?
Slide 4 - Woordweb
Wanneer heb jij voor het laatst iets met korting gehad? Wat heb je gekocht en hoe hoog was de korting?
Slide 5 - Open vraag
Korting
Om de verkoop aantrekkelijker te maken kan een verkoper korting geven aan afnemers.
Een verkoper kan de verschillende soorten kortingen geven:
Slide 6 - Tekstslide
Kortingen
Kwantumkorting: bij afname van meerdere producten korting geven.
Omzetbonus (afnamebonus): na afloop van een periode (meestal een jaar) korting geven op de grote afname van producten in die periode.
Slide 7 - Tekstslide
Kortingen
Seizoenkorting: korting geven op producten van het vorig seizoen.
Functionele korting: de vergoeding die de detailhandel krijgt van de fabrikant omdat de detailhandel als tussenpersoon fungeert.
Slide 8 - Tekstslide
Kortingen
Relatiekorting: korting die je aan vaste klanten geeft zodat je ze behoudt als klant.
Actiekorting: een tijdelijke promotie houden om het product (weer) onder de aandacht te brengen.
Inruilkorting: een korting geven op een nieuw product bij inlevering van een ouder product.
Slide 9 - Tekstslide
Kortingen
Introductiekorting: korting geven bij de introductie van nieuwe producten of nieuwe klanten.
Betalingskorting: bedrijven die op rekening kopen krijgen korting als zij eerder betalen dan de afgesproken betalingstermijn (korting voor contante betaling).
Afzetbonus: korting geven als een bepaalde afzet in een bepaalde periode is behaald.
Slide 10 - Tekstslide
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Vasteklantenkorting
C
Betalingskorting
D
Seizoenskorting
Slide 11 - Quizvraag
Korting die oploopt naarmate de klant meer producten afneemt, is
A
Kwantumkorting
B
Seizoen korting
C
Staffelkorting
D
Klantenkorting
Slide 12 - Quizvraag
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Afnamebonus
C
Vasteklantenkorting
D
Betalingskorting
Slide 13 - Quizvraag
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Betalingskorting
B
Vasteklantenkorting
C
Afnamebonus
D
Seizoenskorting
Slide 14 - Quizvraag
Opdracht
Zoek op internet of in een huis-aan-huisblad of een andere vorm van media een voorbeeld van de volgende kortingen:
Inruilkorting
Introductiekorting
Actiekorting
Relatiekorting
Deze voorbeelden zet je in een presentatie/prezi of andere vorm.