Woordenschat Synoniemen les 2

Woordenschat 4.5
Synoniemen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
neMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat 4.5
Synoniemen 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Wat gaan we doen?
-Uitleg synoniemen
- Quiz
- Opdrachten afmaken


Slide 2 - Tekstslide

In deze les leer je..
wat synoniemen zijn
wat het nut is van synoniemen

Slide 3 - Tekstslide

Synoniemen
Sommige woorden hebben dezelfde betekenis. Bijvoorbeeld de woorden juist en correct. Zulke woorden noem je synoniemen.
Als twee woorden synoniemen van elkaar zijn, kun je ze door elkaar vervangen.
Dat antwoord is correct. = Dat antwoord is juist.


Slide 4 - Tekstslide

Synoniem voor:
betalen
A
neertellen
B
afdingen
C
kopen
D
kosten

Slide 5 - Quizvraag

Synoniem voor:
zoenen
A
Kussen
B
Verliefd
C
Liefde
D
Lippen

Slide 6 - Quizvraag

Synoniem voor:
schrijver
A
Auteur
B
Man
C
Boek
D
lezen

Slide 7 - Quizvraag

Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar

Slide 8 - Quizvraag

Synoniem voor:
afbeeldingen
A
computer
B
plaatje
C
tafel
D
bal

Slide 9 - Quizvraag

Nu maken we het wat moeilijker.

Slide 10 - Tekstslide

Synoniem voor:
Indrukwekkend
A
Geweldig
B
Gewoon
C
Duf
D
Aangrijpend

Slide 11 - Quizvraag

Synoniem voor:
Absent is
A
ziek
B
afwezig
C
aanwezig
D
bijzonder

Slide 12 - Quizvraag

Synoniem voor:
Spectaculair
A
Gewoon
B
Vriendelijk
C
Bijzonder
D
Attent

Slide 13 - Quizvraag

Synoniem voor:
attent
A
Vriendelijk
B
Ongeïnteresseerd
C
Onvriendelijk
D
Spectaculair

Slide 14 - Quizvraag

1. Bedenk nu zelf met je buurman/vrouw 3 synoniemen.

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Je weet wat synoniemen zijn
A
Ja, ik begrijp het
B
Nee, ik begrijp het niet
C
Ja, ik begrijp het een beetje

Slide 16 - Quizvraag

Maak 2.5 af
Veel succes!

Slide 17 - Tekstslide