4H Maat week 10 Lagerhuis intro

Vandaag:
  • PO´s
  • Nieuwsquizzen (week 8 en 9) 
  • Uitleg Debat 
  • Groepjes maken in de groepen A en B (dus zowel fysiek als online) 
  • Volgende week: met de groep online bespreken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
  • PO´s
  • Nieuwsquizzen (week 8 en 9) 
  • Uitleg Debat 
  • Groepjes maken in de groepen A en B (dus zowel fysiek als online) 
  • Volgende week: met de groep online bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Debat

Slide 3 - Tekstslide

Lagerhuisdebat

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Lagerhuisdebat
Je gaat kijken naar een Lagerhuisdebat....

Drie vragen: 
- Welke partijen zijn er in een debat?
Tegen wie spreekt de spreker?
- Wat is het doel van een debat?


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Lagerhuisdebat

Drie vragen: 
- Welke partijen zijn er in een debat?
Tegen wie spreekt de spreker?
- Wat is het doel van een debat?


Slide 9 - Tekstslide

Debatteren, hoe gaat dat?
Een debat is een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn. Bij een debat draait het om winnen.
Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander verzwakt met als doel een derde partij te overtuigen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe houd je een goed debat?
Bij debatteren zijn twee dingen belangrijk:
1. Inhoud: bij inhoud gaat het om wát je zegt. 
  • Welke argumenten gebruik je? 
  • Zijn het sterke argumenten? 
  • Klopt je verhaal? 
  • Is het feitelijk juist en logisch correct?  
  • Reageer je sterk, met tegenargumenten, op je tegenstander?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe houd je een goed debat?
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
2. Presentatie: Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert. 
  • Spreek je overtuigend, vloeiend en duidelijk?
  • Maak je goed gebruik van je (lichaams)taal?

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn goede argumenten?
Bij Nederlands heb je geleerd dat er twee soorten argumenten zijn:
  • Feitelijke argumenten - deze argumenten zijn gebaseerd op feiten en kan je controleren.
  • Waarderende argumenten - deze argumenten komen voort uit ervaringen, vermoedens, vergelijkingen of emoties en moet je dus goed kunnen onderbouwen.

Slide 13 - Tekstslide

Soorten argumenten
  • Gebaseerd op nut
  • Gebaseerd op normen en waarden
  • Gebaseerd op feiten
  • Gebaseerd op vermoedens
  • Gebaseerd op gezag/autoriteit
  • Gebaseerd op geloof
  • Gebaseerd op onderzoek & wetenschap

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

In het volgende lagerhuisdebat:
Kijkvragen:
- Wat zijn goede argumenten?
- Wie ´presenteert´ goed?
-  Wat zijn minder goede argumenten en waarom? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Vanaf volgende week: debattraining

Een stelling per twee groepjes: het ene groepje is voor en het andere is tegen
(Volgende week is groep B hier, dus die moeten kiezen) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze les:
- Nieuwsquiz
- PO3 doornemen en tweetallen maken (Van wieg tot graf lezen)
- Deadline voor PO3: Week 15
- Debat

Slide 20 - Tekstslide

In twee groepen debatteren
- Zowel voor als tegen bereid je met je groep voor 
- 10 minuten

Welke stelling? (Meeste stemmen gelden)

Slide 21 - Tekstslide

Stellingen waar je uit kan kiezen:
  • Nederland moet de doodstraf herinvoeren
  • De beste leraren moeten verplicht worden overgeplaatst naar de slechtste scholen 
  • Nederland moet lid blijven van de Europese Unie
  • Het is goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen
  •  In scholen moeten alle "smart" functies van smartphones automatisch worden uitgeschakeld
  • Kinderen moeten verplicht insecten leren eten op school

Slide 22 - Tekstslide