In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nectar H2 Bewegen
Paragraaf 4 - Blessures
Slide 1 - Tekstslide
Hoe noem je 2 tegengesteld werkende spieren?
A
Synergisten
B
Willekeurige spieren
C
Onwillekeurige spieren
D
Antagonisten
Slide 2 - Quizvraag
Waar of niet waar? Spiervezels bestaan uit een hoop spierbundels
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Een voorbeeld van een willekeurige spier is:
A
hart
B
dunne darmspieren
C
kuitspier
D
bloedvaatspier
Slide 4 - Quizvraag
Wat kan je na de les?
Je leert welke blessures er zijn, hoe je ze krijgt en kunt voorkomen en je leert wat een goede lichaamshouding is.
Functie en vorm geraamte
Slide 5 - Tekstslide
2.4 Blessures
Wat is een blessure?
Blessure - beschadiging aan botten, spieren en gewrichten - ontstaat door vallen, botsing of klap
Overbelasting - te lang achter elkaar dezelfde beweging - te zwaar de spieren belast (tillen)
Slide 6 - Tekstslide
2.4 Blessures
Wat? Maken 2.4 – Opdracht 1 t/m 5
Hoe? Blz. 99 t/m 100
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 5 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 7 - Tekstslide
2.4 Blessures
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven
Slide 8 - Tekstslide
2.4 Blessures
Welke blessures kun je aan je botten en gewrichten krijgen?
Botbreuk - breuk in een bot - arts moet de breuk ‘zetten’ - soms platen en schroeven nodig
Ontwrichting - gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom - arts duwt de gewrichtsknobbel weer op juiste plaats
Slide 9 - Tekstslide
2.4 Blessures
Meer blessures aan gewrichten
Verstuiking - gewrichtsbanden en gewrichtskapsel rekken te ver uit
Knieblessures - het dijbeen verdraait in de meniscussen terwijl het onderbeen blijft staan > voetbalknie - kruisbanden en gewrichtsbanden kunnen scheuren
Slide 10 - Tekstslide
2.4 Blessures
Welke spierblessures zijn er?
Spierpijn - afvalstoffen blijven achter in spier, dit voelt als spierpijn
Spierkramp en spierscheuring - plotseling samentrekken van spier > spierkramp - scheurtje in spier (ook wel zweepslag)
Kneuzing - spiercellen en bloedvaatjes in spier beschadigt - bloedvaatjes in huid raken dan ook vaak beschadigt > bloeduitstorting
Slide 11 - Tekstslide
2.4 Blessures
Wat? Maken 2.4 – Opdracht 6 t/m 12
Hoe? Blz. 101 t/m 103
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 6 t/m 12 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
2.4 Blessures
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt
Slide 13 - Tekstslide
2.4 Blessures
Hoe voorkom je blessures?
Kleding en beschermende middelen > helm, bitje, enz.
Intapen > gewrichten beschermen (functioneert als kapselband)
Warming-up > oefeningen zodat spieren extra bloed krijgen
Cooling-down > oefeningen zodat afvalstoffen goed afgevoerd worden uit de bloedvaten in de spieren
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
2.4 Blessures
(Extra) Wat zijn de voordelen van sporten?
Basisconditie > het minimum dat je nodig hebt om gezond te blijven - minstens één uur per dag stevig bewegen
Minder kans op blessures
Sterkere botten
Meer weerstand tegen ziekten
Slide 16 - Tekstslide
2.4 Blessures
Wat? Maken 2.4 – Opdracht 13 t/m 21
Hoe? Blz. 106 t/m 108
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Opdracht 13 t/m 21 is af.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).
timer
10:00
Slide 17 - Tekstslide
Wat kan je na de les?
Je leert welke blessures er zijn, hoe je ze krijgt en kunt voorkomen en je leert wat een goede lichaamshouding is.