Arbeid

Welkom!

Boeken etc op tafel

Boeken open

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Boeken etc op tafel

Boeken open

Slide 1 - Tekstslide

Arbeid
Arbeid en Energie

Slide 2 - Tekstslide

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 

Slide 3 - Tekstslide

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 
Dit gaat altijd door het uitoefenen van een kracht over een bepaalde afstand. 

Slide 4 - Tekstslide

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 
Dit gaat altijd door het uitoefenen van een kracht over een bepaalde afstand. 
In formule vorm:
W=F•s(•cos α)

Slide 5 - Tekstslide

Arbeid
Arbeid is het omzetten van energie. 
Dit gaat altijd door het uitoefenen van een kracht over een bepaalde afstand. 
In formule vorm:
W=F•s(•cos α)
(arbeid=kracht x verplaatsing)
(VWO: α is de hoek tussen de kracht en de verplaatsing)

Slide 6 - Tekstslide

Arbeid
Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief.

Slide 7 - Tekstslide

Arbeid
Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief. 
(Er komt energie bij)


Slide 8 - Tekstslide

Arbeid
Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief. 
(Er komt energie bij)
Als de kracht en de richting van de verplaatsing tegengesteld zijn dan is de arbeid negatief. 


Slide 9 - Tekstslide

Arbeid
Als de kracht en de richting van de verplaatsing dezelfde kant op zijn dan is de arbeid positief. 
(Er komt energie bij)
Als de kracht en de richting van de verplaatsing tegengesteld zijn dan is de arbeid negatief. 
(Er gaat energie uit)

Slide 10 - Tekstslide

Arbeid
Als de kracht en de richting van de beweging haaks op elkaar staan dan is de arbeid 0 (cos 90 = 0)

Slide 11 - Tekstslide

Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 12 - Quizvraag

Als een steen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 13 - Quizvraag

Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 14 - Quizvraag

Als een steen naar omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 15 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 16 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de spierkracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 17 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 18 - Quizvraag

Arbeid
Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.

Slide 19 - Tekstslide

Arbeid
Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.
Krachten die gebruikt worden om af te remmen leveren negatieve arbeid.

Slide 20 - Tekstslide

Arbeid
Krachten die gebruikt worden voor de voortstuwing leveren positieve arbeid.
Krachten die gebruikt worden om af te remmen leveren negatieve arbeid.
De wrijvingskracht levert (als hij er is) altijd negatieve arbeid. Want de wrijvingskracht is altijd tegen de beweging in. 

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen aan arbeid
De formule voor arbeid was:
W=F•s

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen aan arbeid
De formule voor arbeid was:
W=F•s
Hierin is:
  •  W (Work) de arbeid in Joule (J)
  • F (Force) de kracht in Newton (N)
  • s (spatium) de afgelegde weg in meter (m)


Slide 23 - Tekstslide

Rekenen aan arbeid
De formule voor arbeid was:
W=F•s
Hierin is:
  •  W (Work) de arbeid in Joule (J)
  • F (Force) de kracht in Newton (N)
  • s (spatium) de afgelegde weg in meter (m)
Bij Fz is s de verplaatsing (Δh)!!!

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
Een steen (50 g) valt van 40 m hoogte naar beneden. De gemiddelde wrijvingskracht is 0,25 N.

Bereken de arbeid van de zwaartekracht.
Bereken de arbeid van de wrijvingskracht.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
W Fz=?
W Fw=?

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
W Fz=Fz•h=0,49x40=20 J => + 20J; F en 's' hebben dezelfde richting.

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
Fw=0,25 N
m=50 g => Fz=0,49 N
h=s=40 m
W Fz=Fz•h=0,49x40=20 J => + 20 J; F en 's' hebben dezelfde richting.
W Fw=Fw•s=0,25x40=10 J => -10J; F en s hebben een tegengestelde richting.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een steen (50 g) wordt vanaf een hoogte van 10 m tot een hoogte van 15 m omhoog gegooid en valt daarna terug naar 0 m hoogte.
Bereken de arbeid van de zwaartekracht.

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
Δh=10 m...

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!
W Fz = Fz•Δh=0,49x10=4,9 J 

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld 2
m=50 g => Fz=0,49 N
s=15+25=40 m...
--> Δh=10 m... <--
Het gaat om Fz, dan is de verplaatsing belangrijk!
W Fz = Fz•Δh=0,49x10=4,9 J 
=> + 4,9 J 
(Verplaatsing is in de richting van de kracht dus +)

Slide 34 - Tekstslide

Oefenen
Bereken de arbeid die de wrijvingskracht (80 N) verricht op een fietser die 30 min lang met 18 km/h fietst. 

Slide 35 - Tekstslide

uitwerking
F=80 N
s=v•t= 0,5 h x 18 km/h = 9 km  
W Fw=F•s=80x9000=720 kJ
wrijvingskracht; dus F en s tegengesteld 
-> -720 kJ

Slide 36 - Tekstslide

Oefenen 2
Piet heeft een marsreep gegeten (520 kJ) en gaat daarna fietsen met een snelheid van 24 km/h. Tijdens het fietsen oefent hij een spierkracht uit van 40 N.
Hoelang moet hij fietsen om de energie uit de reep te hebben opgebruikt?

Slide 37 - Tekstslide

Oefenen 2
E=W=520 kJ
v=24 km/h=6,67 m/s
F=40 N
W=F•s => s=W/F=520 000/40=13 000 m
t=s/v=13 000/6,67 = 1,95 ks (0,54 h)

Slide 38 - Tekstslide

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie

Slide 39 - Tekstslide

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s

Slide 40 - Tekstslide

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s
Als de kracht en de verplaatsing dezelfde kant op zijn is de arbeid positief. Zijn ze tegengesteld dan is de arbeid negatief. Staan ze haaks op elkaar dan is er geen arbeid door die kracht.

Slide 41 - Tekstslide

Samenvatting
Arbeid is het omzetten van energie
De grootte bereken je met behulp van W=F•s
Als de kracht en de verplaatsing dezelfde kant op zijn is de arbeid positief. Zijn ze tegengesteld dan is de arbeid negatief. Staan ze haaks op elkaar dan is er geen arbeid door die kracht.
(cos 0=1, cos 90=0 en cos 180=-1)

Slide 42 - Tekstslide

Wat is nog niet (helemaal) duidelijk van de afgelopen les en wil je het graag nog een keer over hebben?

Slide 43 - Open vraag