Aan de hand van de
Leerdoelen van Kapitel 16 ga je een test maken.
- Je kan aan de hand van Duitse bijvoeglijke naamwoorden vergrotende en overtreffende trappen maken: klein, kleiner, am kleinsten.
- Je kan de voorzetsels: in, nach en zu in een Duitse zinnen correct toepassen.
- Je kan de voorzetsels: für en vor in een Duitse zinnen correct toepassen.