Steden vroeger en nu KED22
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Stad
Slide 2 - Woordweb
Dorp
Slide 3 - Woordweb
Wat betekent een nederzetting?
A
Samenleving
B
Mensen die rondtrekken
C
Een plek waar mensen wonen
Slide 4 - Quizvraag
1
2
3
4
5
6
7
Huis
Straat
Buurt
Woonwijk
Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Slide 5 - Sleepvraag
Hoe noemen we het volgende: minimaal aantal klanten dat een bedrijf nodig heeft om te blijven bestaan
Slide 6 - Open vraag
Middelen waarmee iets of iemand zich kan verplaatsen
A
Vervoer
B
Mobiliteit
C
Infrastructuur
Slide 7 - Quizvraag
Mobiliteit
Infrastructuur
Het geheel aan (spoor)wegen, (lucht)havens, bruggen, kanalen en tunnels
De mogelijkheden om jezelf voort te bewegen
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Open vraag
Grond geschikt maken voor landbouw
A
Drieslagstelsel
B
Ontginnen
Slide 11 - Quizvraag
Samenwerkingsverbond tussen verschillende steden voor handel
A
Hanze
B
Gilde
Slide 12 - Quizvraag
Een vereniging van ambachtslieden met hetzelfde beroep
Slide 13 - Open vraag
De laatste proef die een gezel moest afleggen om bij een gilde te mogen
Slide 14 - Open vraag
Wanneer een land vanuit één plaats wordt geregeerd
A
Democratie
B
Centralisatie
C
Socialisatie
Slide 15 - Quizvraag
Oorlog tussen Frankrijk en Engeland van 1337 tot 1453, die is gewonnen door de Fransen
Slide 16 - Open vraag
Urbanisatie
Suburbanisatie
Van een dorp naar een stad verhuizen
Van een stad naar een dorp verhuizen
Slide 17 - Sleepvraag
Sanering
Renovatie
Stadsvernieuwing
Vernieuwen van gebouwen
Slopen van gebouwen en nieuwe plaatsen
Renovatie en sanering samen
Slide 18 - Sleepvraag
Wat jou jezelf maakt, wie je bent
