Grammatica enkelvoudige en samengestelde zinnen 1.3

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Instructie paragraaf  1.3
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Gisteren gaf de man een stripboek van Kuifje aan het meisje met de rode strikjes in haar haar.

Slide 3 - Open vraag

Amber heeft ingrediënten voor een lekkere appeltaart gekocht.

Slide 4 - Open vraag

De 80-jarige vrouw ligt in haar tuinstoel te genieten van de lentezon.

Slide 5 - Open vraag

Instructie par. 1.3
  • Lesdoel: Je herkent enkelvoudige en samengestelde zinnen en je kunt hoofdzinnen van bijzinnen onderscheiden. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt je op?
  • Anita loopt 's avonds vaak een rondje met haar hond.


  • Jan Willem kiest voor een andere studierichting en geniet daar van zijn praktijkstages

Slide 7 - Tekstslide

Als je een tekst schrijft....
  • Zowel korte als lange zinnen

Waarom is het van belang dat je het verschil weet tussen een hoofd- en bijzin?

  • De  woordvolgorde in een bijzin is anders dan in een hoofdzin.

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
  • Zin met maar één persoonsvorm

Hafsa zit onder werktijd altijd te appen.

  • Een enkelvoudige zin is altijd een hoofdzin.

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde zin
  • Een zin met twee of meer persoonsvormen.
Bert doet de administratie en Karin verzorgt de acquisitie.
Bert doet de administratie en Karin, die hier al tien jaar werkt, doet de acquisitie.

  • Elke zin bevat minimaal één hoofdzin en verder één of meer hoofdzinnen en/of bijzinnen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdzin of bijzin?
Hoofdzin:
  • De pv staat vooraan in de zin.
  • Er kan geen ander zinsdeel tussen ow en pv staan.
Bijzin:
  • De pv staat achterin de zin.
  • Er kunnen andere zinsdelen tussen ow en pv staan

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Hilde zet het alarm aan als ze naar huis gaat.
  • Deze winkel sluit om zes uur, hoewel de meeste andere zaken langer open blijven.
  • We verwachten vandaag veel klanten, omdat het uitverkoop is.
  • Is de jurk die daar hangt afgeprijsd?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Leren: de theorie van Taalverzorging par. 1.3

  • Maken: opdrachten 1-7 Taalverzorging par. 1.3 enkelvoudige en samengestelde zinnen. 

Slide 13 - Tekstslide