Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1e en 4e naamval
1e en 4e naamval
Du kannst: de persoonlijke voornaamwoorden en de lidwoorden in de 1e en 4e naamval toepassen
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
25 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
1e en 4e naamval
Du kannst: de persoonlijke voornaamwoorden en de lidwoorden in de 1e en 4e naamval toepassen
Slide 1 - Tekstslide
Welke pvnw moet je toepassen?
"_____ habe morgen keine Hausaufgaben"
A
Du
B
Ich
C
Er
D
Ihr
Slide 2 - Quizvraag
Welk Pvnw?
"Ich habe _______ im Stadion gesehen
A
mir
B
dir
C
dich
D
du
Slide 3 - Quizvraag
Welch voorzetsel bepaalt niet een 4e naamval?
A
aus
B
ohne
C
um
D
gegen
Slide 4 - Quizvraag
Welke voorzetsels bepalen 4e naamval?
Slide 5 - Woordweb
Lidwoord in de 4e naamval
Welk lidwoord pas je toe in de zin: "Wir haben _____ Jungen gestern gesehen"
A
das
B
den
C
der
D
dem
Slide 6 - Quizvraag
Welke lidwoorden passen in de zin?
"_____ Mädchen erzählt ____ eine Kurzgeschichte"
A
Das, dir
B
Die, dich
C
Das, dich
D
Der, dir
Slide 7 - Quizvraag
Pas juiste vorm van lidwoord toe
"Im Stadion brauche ich ______ Anzünder" (der Anzünder)
A
ein
B
eine
C
einen
D
einem
Slide 8 - Quizvraag
Noem bezittelijke voornaamwoorden in het Duits
Slide 9 - Woordweb
Vul de juiste vorm in
"Louis will _____ Student besuchen in Oldenburg" (der Student)
A
einen of den
B
eine of die
C
ein of das
D
ein of der
Slide 10 - Quizvraag
Welk Pvnw ?
"Ihr seht ____ nicht mehr im Zentrum
A
mir
B
dir
C
mich
D
du
Slide 11 - Quizvraag
Welk lidwoord moet je toepassen?
"Durch _______ Polizist wurde ich verhaftet
A
einen
B
ein
C
einem
D
einer
Slide 12 - Quizvraag
3e naamval
Aus, bei, mit, nach, seit, von, zu zijn voorzetsels die een 3e naamval bepalen. In je boek op blz 155/156 Grammatikübersicht.
Gebruik dit voor de volgende vragen. Nutze das!
Slide 13 - Tekstslide
Welke verbuiging krijg je met het lidwoord (der, die , das)
"Mit _____ Mann kann ich gut reden"
A
der
B
den
C
die
D
dem
Slide 14 - Quizvraag
Juiste verbuiging hier:
"Unsere Mutter geht nach ______ Haus"
A
euerem
B
euer
C
eueres
D
eueren
Slide 15 - Quizvraag
Ein Mann gibt _____ Frau jeden Tag Blume
A
meine
B
meinen
C
meiner
D
mein
Slide 16 - Quizvraag
Seit ______ Lehrerin hier unterrichtet, verstehe ich alles
A
diesem
B
dieser
C
diese
D
diesen
Slide 17 - Quizvraag
Nach ___ Pause gehe ich ins Kino mit _________ Freunden
A
der, meine
B
der, meinen
C
die, meinen
D
die, meiner
Slide 18 - Quizvraag
Mix 3e en 4e naamval
Slide 19 - Tekstslide
Du gibst ____ Jungen viel Zeit
A
dem
B
den
C
die
D
der
Slide 20 - Quizvraag
Das Mädchen hat ______(hem) zu ____ Bahnhof gebracht
A
ihm, das
B
ihn, dem
C
ihm, dem
D
er, der
Slide 21 - Quizvraag
Mit ____ Augen musst du nur sehen
A
dem
B
den
C
die
D
der
Slide 22 - Quizvraag
Ich habe _____ Frage für _____ (jou)
A
ein, dich
B
eine, dir
C
eine, dich
D
ein, dir
Slide 23 - Quizvraag
Mein Vater hat _____ Vater überrascht
A
dein
B
deiner
C
deinem
D
deinen
Slide 24 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Der- en ein-groep
Maart 2024
- Les met
51 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Klas 2 H les 2 week 20 schooljaar 2021/22
Mei 2022
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
25-10 4H Diagnostischer Test Kapitel 1
Oktober 2023
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 NK Kapitel 4 Grammatik + Wortschatz (Wiederholung)
Maart 2023
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2A_der_ein Groep herhaling en voorzetsels 4e nv_29.08
Augustus 2024
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling naamvallen zin ontleden
Mei 2023
- Les met
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4