Hoofdstuk 2 - Leiderschap

Hoofdstuk 2
Leiderschap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VitaliteitBeroepsopleidingMBO

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Leiderschap

Slide 1 - Tekstslide

Op wat voor manier geeft jouw leidinggevende/manager(bijv. op je werk/stage) leiding?

Slide 2 - Open vraag

2.1 Managementtechnieken

Slide 3 - Tekstslide

  • Management by direction and control 
Manager heeft de totale leiding. Manager geeft niet alleen de opdrachten, maar bepaalt ook sterk de richting.
  • Management by objectives
'Objectives' betekent doelstellingen. Manager kiest ervoor om samen met zijn medewerkers de doelstellingen vast te stellen. Ook laat hij zijn medewerkers zelfstandig werken aan het afgesproken doel. Medewerker toont zelf ook initiatief.
  • Management by exception
Manager komt alleen in actie bij uitzonderingen in positieve of negatieve zin. Manager gaat hierbij nog een stap verder in de vrijheid en eigen initiatief van medewerkers.

Slide 4 - Tekstslide

  • Management by delegation
De manager delegeert zo veel mogelijk taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 
  • Management by walking around
De manager zorgt ervoor dat hij veel op de afdeling aanwezig is. Hij bespreekt veel met zijn medewerkers en maakt vaak een informeel praatje met ze.
  • Management by seduction
    De manager verleidt zijn medewerkers mee te werken aan bepaalde doelstellingen door het doen van bepaalde beloftes. 

Slide 5 - Tekstslide

Leidinggevenden kun je indelen naar de stijl waarin zij leidinggeven. In welke 4 leiderschapsstijlen kun je ze onderscheiden?
A
Laissez-faire stijl, Democratische stijl, Autocratische stijl & Consultatieve stijl
B
Democratische stijl, Consultatieve stijl, Delegerende stijl & Laissez-faire stijl
C
Delegerende stijl, Consultatieve stijl, Autocratische stijl & Democratische stijl
D
Delegerende stijl, Democratische stijl, Autocratische stijl & Consultatieve stijl

Slide 6 - Quizvraag

2.2 Leiderschapstijlen

  1. Laissez-faire stijl
  2. Democratische stijl
  3. Autocratische stijl
  4. Consultatieve stijl

Slide 7 - Tekstslide

Laissez-faire stijl


Leidinggevende geeft weinig leiding. Medewerkers nemen zelf heft in handen. 
Democratische stijl


Leidinggevende voert uit wat de groep besluit. Leidinggevende geeft de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor de beslissing bij de groep.

Slide 8 - Tekstslide

Autocratische stijl


Leidinggevende werkt geheel eigenmachtig. Leidingevende bepaalt alles, zonder zich te laten beinvloeden door zijn medewerkers. Leidinggevende neemt snel besluiten en erg doelgericht.
Consultatieve stijl


Leidinggevende zit tussen de autoritaire en de democratische leidinggevende in. Hij laat zich beinvloeden in de besluitvorming door zijn medewerkers en vraagt om advies. Maar hij behoudt daarbij wel zijn eigen verantwoordelijkheid voor de besluitvorming.

Slide 9 - Tekstslide

2.4 Managerial Grid (Blake en Mouton)
Gedragsmodel Leidinggevende

Slide 10 - Tekstslide

  • 1.1 Onverschillig leiderschap: Leidinggevende vindt de taak en de relatie beide niet van belang. Leidinggevende is vooral bezig met eigen doelen en eigen carriere. Sluit aan bij de laissez-faire stijl.

  • 1.9 Relatiegericht leiderschap: Leidinggevende is erg gericht op menselijke relatie met zijn medewerkers. Vaak sprake van een goede werksfeer. Sluit aan bij de democratische stijl.

  • 9.1 Taakgericht leiderschap: Leidinggevende is alleen geinteresseerd in de prestaties van zijn medewerkers. Sluit aan bij de autocratische stijl van leidinggeven.

Slide 11 - Tekstslide

  • 9.9 Integratiegericht leiderschap: Leidinggevende motiveert medewerkers om de doelstellingen van de organisatie te vertalen naar hun persoonlijke doelstellingen. Leidinggevende motiveert en stimuleert. (word beschouwd als de meest effectieve manier van leidinggeven) 


  • 5.5 Status quo leiderschap: Leidinggevende zoekt naar balans tussen relatiegerichtheid en taakgerichtheid. Leidinggevende is opzoek naar oplossingen en sluit veel compromissen. Sluit aan bij de consulterende stijl. 

Slide 12 - Tekstslide

2.5 Situationeel Leidinggeven (Hersey & Blanchard)
Leidinggeven toepassen

Situationeel leidinggeven:
Afhankelijk van de behoefte van de persoon en de kenmerken van de situatie, kies je de best passende stijl van leidinggeven. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

S2 Coachend Leidinggeven
  • Lage bekwaamheid
  • Lage bereidheid



S1 Leidend Leidinggeven
  • Lage bekwaamheid
  • Hoge bereidheid

Slide 15 - Tekstslide

S3 Ondersteunend Leidinggeven
  • Hoge bekwaamheid
  • Lagere bereidheid




S4 Delegerend Leidinggeven
  • Hoge bekwaamheid
  • Hoge bereidheid

Slide 16 - Tekstslide

Welke leiderschapstijl past bij leerlingen die een hoge bekwaamheid hebben, maar tegelijkertijd weinig zelfvertrouwen hebben?
A
Weinig ondersteuning en veel sturing
B
Weinig ondersteuning en weinig sturing
C
Veel ondersteuning en veel sturing
D
Veel ondersteuning en weinig sturing

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide