In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Herken het argumentatieschema:
Slide 1 - Tekstslide
Mike zal zich wel goed in zijn eentje kunnen vermaken. Hij is immers alleen door zijn moeder op een verlaten eiland opgevoed.
A
Argumentatie op basis van eigenschap
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 2 - Quizvraag
Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema.
(onjuist beroep op causaliteit)
De oorzaakleidt niet noodzakelijk tot het genoemde gevolg.
'Het is goed te merken dat er meer vrouwen in het parlement zitten, want Nederland glijdt steeds verder weg in de recessie'
Slide 3 - Tekstslide
Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch bejegend te worden. Geen wonder dat zij veel moeite hebben met kritiek die ze vanuit het buitenland krijgen.
A
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 4 - Quizvraag
Onjuist beroep op voorbeeldschema:
overhaaste generalisatie
Op basis van enkele gevallen wordt een conclusie getrokken voor veel of alle gevallen.
'De Noordkoreanen hebben het zo slecht nog niet, zo is er laatst bij Pyongyang nog een pretpark geopend.'
Slide 5 - Tekstslide
Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlands omhoog gaan. De president van de Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook nog gezegd.
A
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 6 - Quizvraag
Onjuist beroep op autoriteit:
Om je argumentatie te ondersteunen, beroep je je op de verkeerde autoriteit.
'De directeur van KLM zei laatst ook al dat het ontzettend meevalt met de hoeveelheid CO2 die door vliegtuigen vrijkomt.'
Slide 7 - Tekstslide
Als iemand een tussenjaar neemt, is hij misschien meer gemotiveerd voor zijn vervolgstudie. Ook is een jaartje uitrusten niet zo gek. Daar staat tegenover dat iemand uit zijn studieritme raakt.
A
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 8 - Quizvraag
Onjuist beroep op voor- nadelenschema.
Overdrijven van voor-en nadelen.
De gevolgen van een handeling worden heel erg overdreven.
'Veel huwelijken eindigen in een scheiding, daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen.'
Slide 9 - Tekstslide
Zijn arbeidsethos is volgens mij niet zo hoog. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee.
A
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van voorbeelden
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 10 - Quizvraag
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema.
Aan een bepaald kenmerk wordt veel betekenis gegeven, terwijl andere relevante kenmerken worden genegeerd.
'John is een hooligan, want hij zit onder de tattoos.'
Slide 11 - Tekstslide
Ik denk dat leerkrachten in het basisonderwijs niet de gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst ook al nul op rekest.
A
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van voorbeelden
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 12 - Quizvraag
Onjuist beroep op voorbeeldschema:
Verkeerde vergelijking
Twee dingen worden met elkaar vergeleken, die je misschien niet met elkaar kan vergelijken.
'Zo erg is het niet dat de bijen uitsterven, de dinosauriërs zijn ook ooit van de aarde verdwenen.'
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Drogredenen.
onjuiste argumenten heten drogredenen.
Slide 15 - Tekstslide
Onjuist beroep op voor- nadelenschema. (vals dilemma)
Als een situatie zo wordt neergezet dat er maar twee mogelijkheden zijn, terwijl er meer mogelijkheden zijn.
'De regering moet nu maar eens een duidelijke keuze maken: of meer lessen Nederlands, of een slechtere beheersing van de taal met alle gevolgen van dien.'
Slide 16 - Tekstslide
Overtreden van een discussieregel
Slide 17 - Tekstslide
De persoonlijke aanval.
Er wordt niet ingegaan op de argumenten van iemand, maar iemand wordt beschuldigd van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen.
'Je kunt maar beter geen zaken met Diederik doen, zijn vader heeft ooit vastgezeten voor fraude.'
Slide 18 - Tekstslide
Het ontduiken van bewijslast.
Iemand beweert iets, vervolgens vraagt hij de tegenpartij om het bewijs voor het tegendeel te leveren.
'Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn opvatting dat die klimaatproblemen wel meevallen.'
Slide 19 - Tekstslide
Vertekenen van standpunt
De tegenstander wordt woorden in de mond gelegd.
'De Amerikaanse president zegt dat Europa meer geld aan defensie moet uitgeven. Zie je wel dat hij liever niets met Europa te maken heeft.'
Slide 20 - Tekstslide
Bespelen van het publiek
Een standpunt wordt zo geformuleerd dat het moeilijk wordt om ertegen in te gaan.
'Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben zullen zich echt niet verlagen om naar de Toppers te gaan.'
Slide 21 - Tekstslide
Cirkelredenering
Een standpunt wordt ondersteund door het herhalen van hetzelfde standpunt, maar anders geformuleerd.
'Iedereen mag zeggen wat hij wil; alle burgers van Nederland hebben immers het recht op vrije meningsuiting.'