5.3 sociale kwestie

5.3 De sociale kwestie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.3 De sociale kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- terugblik
- leerdoelen
- uitleg
- leerdoelen
- afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over 5.1 industrie en samenleving?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je...

- hoe de leef- en werkomstandigheden van arbeiders meer aandacht kregen.
- wat veranderde door sociale wetten.
- hoe arbeiders hun leef- en werkomstandigheden verbeterden.

Slide 4 - Tekstslide

werkomstandigheden in de 19e eeuw

Slide 5 - Woordweb

Arbeidsomstandigheden
  • Kinderarbeid 
  • Slechte woonomstandigheden
  • Lage lonen, lange werkdagen
  • Gevaarlijke machines
  • Gemakkelijk ontslagen (geen rechten)
  • Geen inkomen bij ziekte of invaliditeit (= als je niet kunt werken)

Slide 6 - Tekstslide

Sociale kwestie?

Slide 7 - Woordweb

Sociale Kwestie
  • Slechte woon- & werkomstandigheden arbeiders
  • Dat kan zo niet langer! - Oneerlijke situatie
  • Het probleem van de slechte omstandigheden van de arbeiders noemen we: DE SOCIALE KWESTIE
  • Als eerste wordt dit probleem aangepakt door de kerk - kerkelijke armenzorg - later door politieke stromingen - socialisme.

Slide 8 - Tekstslide

Waar kunnen sociale wetten voor zorgen?

Slide 9 - Open vraag

Sociale wetten

Slide 10 - Tekstslide

Sociale wetten

Sinds de middeleeuwen gaven kerken hulp aan arme mensen, zoals onderdak, geld en brood. Door de discussie over de sociale kwestie ontstond het idee dat ook de overheid wat moest doen voor burgers die minder goed voor zichzelf konden zorgen.

Slide 11 - Tekstslide

Wie bedacht de kinderwet van 1874?
A
Thorbecke
B
Willem II
C
Samuel van Houten
D
Willem I

Slide 12 - Quizvraag

Sociale wetten

1874 - Kinderwetje van Van Houten

1889 - Steeds meer sociale wetten (wetten die zwakkeren in de samenleving beschermen


Vakbonden = vereniging van arbeiders (werknemers) die strijden voor betere werkomstandigheden

Slide 13 - Tekstslide

Karl Marx
Ideologie (geheel van ideeën over de samenleving). 

proletariaat tegenover de bourgeoisie. 
Met een revolutie de productiemiddelen in handen van de staat brachten.

vakbonden en politieke partijen opgericht. kwamen op voor de arbeidersklasse (bevolkingsgroep).

Slide 14 - Tekstslide

Wie helpt de arbeiders? 
Werknemers richtten vakbonden op waarmee ze betere arbeidsomstandigheden afdwongen.

Vakbonden:
- Organiseerden stakingen
- Gingen in gesprek met fabrieksbazen

Ook socialisten kwamen op voor de arbeidersklasse en wilden meer gelijkheid tussen arm en rijk.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het kernwoord van het socialisme?
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Alles bij het oude houden
D
Geloof

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je...

- hoe de leef- en werkomstandigheden van arbeiders meer aandacht kregen.
- wat veranderde door sociale wetten.
- hoe arbeiders hun leef- en werkomstandigheden verbeterden.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
H5 §2: Democratie in Nederland
Je weet hoe het bestuur van Nederland veranderd is.

Taak: 1, 3, 4, 5, 6, 8 (alles mag in het werkboek)

Slide 19 - Tekstslide