5.3 deel 2


5.3 De sociale kwestie
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


5.3 De sociale kwestie
Tijd van burgers en stoommachines, 1800-1900

Slide 1 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je:
  • Hoe de leef-en werkomstandigheden van arbeiders meer aandacht kregen.
  • Wat veranderde door sociale wetten.
  • Hoe arbeiders hun leef- een werkomstandigheden verbeterden.

Slide 2 - Tekstslide

Wie bedacht de kinderwet van 1874?
A
Thorbecke
B
Willem II
C
Samuel van Houten
D
Willem I

Slide 3 - Quizvraag

Noem een aantal voorbeelden van de slechte woonomstandigheden van de arbeiders.

Slide 4 - Open vraag

Wie helpt de arbeiders? 
Werknemers richtten vakbonden op waarmee ze betere arbeidsomstandigheden afdwongen.

Vakbonden:
- Organiseerden stakingen
- Gingen in gesprek met fabrieksbazen

Ook socialisten kwamen op voor de arbeidersklasse en wilden meer gelijkheid tussen arm en rijk.

Slide 5 - Tekstslide

Discussies over de sociale kwestie: Moet de overheid ingrijpen of niet?

Liberalen:
De overheid moet zich niet te veel bemoeien met haar inwoners en alleen zorgen voor de veiligheid

Socialisten:
De overheid moet zorgen voor het welzijn van haar inwoners

Slide 6 - Tekstslide

Waar kunnen sociale wetten voor zorgen?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het kernwoord van het socialisme?
A
Vrijheid
B
Gelijkheid
C
Alles bij het oude houden
D
Geloof

Slide 8 - Quizvraag

Het kinderwetje van Van Houten gaat over:
A
leerplicht
B
verbod op kinderarbeid
C
je mocht maar 2 kinderen krijgen
D
toeslag voor ouders met kinderen.

Slide 9 - Quizvraag

Politieke stroming die vrijheid belangrijk vindt.
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen

Slide 10 - Quizvraag

Neem het schema over in Word en vul dit in. Plaats hier
vervolgens een foto van.

Slide 11 - Open vraag