Herhaling significantie

Significantie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Significantie

Slide 1 - Tekstslide

Significantie 
  • Significantie gaat over het afronden van antwoorden bij berekeningen​

  • Hoe nauwkeuriger je antwoord (meer cijfers), hoe significanter je antwoord​

  • Belangrijk bij alle berekeningen bij scheikunde en natuurkunde!

Slide 2 - Tekstslide

Stel je hebt 10 liter water en je doet er 5 liter water bij (dit meet je met emmers, dus niet nauwkeurig)​
Het is ‘raar’ om dan te zeggen dat je bij elkaar 15,000 liter water hebt. Je weet dit namelijk niet zo nauwkeurig!​
Hoe nauwkeuriger je eerst meet, hoe nauwkeuriger je hier mee kunt rekenen.​

Slide 3 - Tekstslide

alleen het eindantwoord rond je af!
Regels afronden
Kijk naar het getal met de kleinste significantie

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers?
3,15
A
2
B
3

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel signifcante cijfers?
3,10
A
2
B
3

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel significante cijfers?
0,15
A
2
B
3

Slide 7 - Quizvraag

1,50 * 3,0
A
4,5
B
4,500
C
4,50
D
5

Slide 8 - Quizvraag

0,0200 * 3,0000
A
0,06
B
0,0600
C
0,060
D
0,06000

Slide 9 - Quizvraag

Wetenschappelijke notatie
  • Gebruik bij het afronden van je antwoorden de wetenschappelijke notatie (machten van 10)​

  • 13999 afronden op 3 sign. cijfers geeft 1,40*104​

  • 0,0045 afronden op 2 sign. cijfers geeft 4,5*10-3

  • Het cijfer voor de komma zit altijd tussen de 0 en 10.​

Slide 10 - Tekstslide

De zwaartekrachtconstante op Venus is 8,87 m/s².
Op Venus staat een voorwerp met een massa van 10 kg. Hoe groot is het gewicht van dit voorwerp?
A
10 kg
B
89 N
C
88 N
D
88,7 N

Slide 11 - Quizvraag

Een doos van 0,9 bij 1,3 m staat op de grond. De doos weeg 12 kg. Bereken de druk van de doos op de grond in Pa.
A
100,6 Pa
B
1 * 10^2 Pa
C
1,0 * 10 ² Pa

Slide 12 - Quizvraag

Om er voor te zorgen dat je niet door de sneeuw zakt gebruik je speciale sneeuwschoenen met een groter oppervlak. Je gewicht is 600 N en de druk mag maximaal 2400 Pa zijn om niet door de sneeuw te zakken. Bereken het totale oppervlak wat de twee sneeuwschoenen moeten hebben en in cm²
A
0,25
B
2,5 * 10³
C
0,250
D
2,50 * 10³

Slide 13 - Quizvraag