Doelen: -vermenigvuldigen, optellen en aftrekken -Breuken: deel van een geheel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Rekenen blok 1b week 3 les 2
Doelen: -vermenigvuldigen, optellen en aftrekken -Breuken: deel van een geheel
Slide 1 - Tekstslide
Handig vermenigvuldigen, optellen en aftrekken
4 x 99= 4x100=400 400-4=396
450-97= 450-100=350 350+3=353
370+98= 370+100=470 470-2=468
Slide 2 - Tekstslide
Reken handig 5 x 98=
A
500
B
490
C
495
D
510
Slide 3 - Quizvraag
Reken handig. 6x199=
A
1194
B
1188
C
1200
D
1206
Slide 4 - Quizvraag
Reken handig. 260-98=
A
158
B
156
C
162
D
164
Slide 5 - Quizvraag
Reken handig. 560+97=
A
653
B
647
C
663
D
657
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welke breuk zie je?
A
een tweede deel
B
een derde deel
C
een vierde deel
D
een vijfde deel
Slide 8 - Quizvraag
Welke breuk zie je?
A
een tweede deel
B
twee vijfde deel
C
twee zesde deel
D
een vijfde deel
Slide 9 - Quizvraag
Welke breuk zie je?
A
een vierde deel
B
vier zevende deel
C
vier achtste deel
D
vijf achtste deel
Slide 10 - Quizvraag
8:4=2
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Hoe noem je het bovenste gedeelte van een breuk?
A
Teller
B
Noemer
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je het onderste gedeelte van een breuk?
A
Teller
B
Noemer
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
9:3=3
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
A
2
B
4
C
9
D
8
Slide 18 - Quizvraag
1. Uit hoeveel blokjes bestaat de reep? 16 blokjes 2. Met hoeveel kinderen gaat hij delen? 4 kinderen 3. Vraag is: hoeveel blokjes krijgt elk kind? 4. Elk kind krijgt één vierde deel. 5. Tel het totaal aantal blokjes: 16 en deel dat door de noemer 4 6. 16:4=4 Elk kind krijgt 4 blokjes.
Slide 19 - Tekstslide
-3 personen, welk deel krijgt ieder? één derde deel -Eén stuk kost? Deel het totaal €12 door de noemer 3 12:3= €4 -En drie stukken samen 4+4+4= 12 euro
Slide 20 - Tekstslide
-4 jongens , welk deel krijgt ieder? Eén vierde deel -Hoeveel kost één deel? Deel het totaal door de noemer -Totaal is 2,40 en de noemer is 4 -€2,40:4=€0,60 -Of €2,40 =240 cent dus 240:4=60 cent
Slide 21 - Tekstslide
-De reep verdelen met 3 kinderen -Ieder krijgt dus één derde deel -Totaal delen door de noemer -9 blokjes : 3= 3 blokjes
Slide 22 - Tekstslide
Ieder kind krijgt?
A
één vijfde deel
B
één zesde deel
C
één zevende deel
D
één achtste deel
Slide 23 - Quizvraag
Ieder kind krijgt?
A
4 blokjes
B
6 blokjes
C
3 blokjes
D
5 blokjes
Slide 24 - Quizvraag
Hoeveel kost 1 stuk pizza?
Pizza 1: Hele pizza €16,- 8 stukken, 1 stuk is één achtste 16:8= €2,-
Pizza 2: Hele pizza €10,- 5 stukken, 1 stuk is één vijfde 10:5=€2,-
Slide 25 - Tekstslide
Pizza 1: bestaat uit 6 stukken Pizza 2: bestaat uit 9 stukken Hoeveel kost 1 stuk van de pizza? Pizza 1: €........ Pizza 2: €......
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
A
4
B
12
C
10
D
15
Slide 28 - Quizvraag
Uitleg
-Totaal gedeeld door de noemer 20:5=4 -Dan keer de teller 4x3=12