Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Het woordje 'er' - vijf situaties
Quiz: 'er'
Hoe gebruik je 'er'?
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
'er'
ISK
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quiz: 'er'
Hoe gebruik je 'er'?
Slide 1 - Tekstslide
Als verwijzing naar een plaats
'Ik heb
bij de bakker
gewerkt.'
'Ik heb er gewerkt.'
'Er' staat hier altijd na de persoonsvorm.
Slide 2 - Tekstslide
In combinatie met iets dat kan worden geteld
Hoeveel kippen
heeft jouw buurvrouw?
Ze heeft er honderd/ Ze heeft er veel.
'Er' staat hier altijd na de persoonsvorm.
Slide 3 - Tekstslide
In combinatie met een prepositie
Mijn sleutels zitten in
mijn tas
.
Ze zitten erin.
Jouw sleutels liggen op
de tafel
.
Ze liggen erop.
'Er' staat hier altijd na de persoonsvorm.
Slide 4 - Tekstslide
Let op:
Extra woordjes zoals 'niet' en 'al' komen tussen 'er' + prepositie te staan.
Mijn kleding ligt al in de kast.
Mijn kleding ligt erin -> Mijn kleding ligt
er al in
.
(Mijn kleding ligt
er niet in
)
Slide 5 - Tekstslide
Als tijdelijk onderwerp vooraan in de zin
Dit doe je alleen bij indefiniete onderwerpen.
Een jongetje zit in de bus.
Er
zit een jongetje in de bus.
Veel auto's rijden op straat.
Er
rijden veel auto's op straat.
E
Slide 6 - Tekstslide
Als onderwerp in een passieve zin
Er wordt geklopt.
Er wordt hard gewerkt.
Slide 7 - Tekstslide
Vervang de zin 'Twee mannen zitten in de trein' door een zin met 'er'
A
Twee mannen zitten er in de trein.
B
Er zitten twee mannen in de trein.
C
Twee mannen in de trein zitten er.
D
Zitten er twee mannen in de trein.
Slide 8 - Quizvraag
Vervang de zin 'Ik heb les in Rotterdam, maar ik woon niet in Rotterdam' door een zin met 'er'
A
Ik heb er les, maar ik woon niet in Rotterdam.
B
Ik heb les, maar ik woon er niet in Rotterdam.
C
Ik heb les in Rotterdam, maar ik woon niet in het.
D
Ik heb les in Rotterdam, maar ik woon er niet.
Slide 9 - Quizvraag
Vervang de zin 'Mijn vriend heeft twee boeken' door een goede zin met 'er'
A
Mijn vriend heeft er twee boeken.
B
Mijn vriend heeft twee.
C
Mijn vriend heeft er twee.
D
Er twee heeft mijn vriend.
Slide 10 - Quizvraag
Vervang de zin 'De pen ligt onder de kast' door een goede zin met 'er'
A
De pen ligt onder er kast.
B
De pen ligt eronder het.
C
De pen ligt eronder.
D
Er ligt de pen onder.
Slide 11 - Quizvraag
Verbeter de zin 'Niemand is thuis'
A
Er is niemand thuis.
B
Niemand is er thuis.
C
Niemand is in het huis.
D
Thuis is niemand.
Slide 12 - Quizvraag
Geef antwoord op de zin: 'Heeft Oleg in de winkel gewerkt?'
A
Nee, Oleg heeft niet in het gewerkt.
B
Nee, Oleg heeft er niet gewerkt.
C
Nee, Oleg heeft niet er gewerkt.
D
Nee, Oleg heeft niet gewerkt er.
Slide 13 - Quizvraag
Vervang de zin 'Mijn tante heeft weinig schoenen' door een zin met 'er'
A
Mijn tante heeft weinig er schoenen.
B
Mijn tante heeft er weinig.
C
Mijn tante heeft weinig.
D
Er heeft mijn tante weinig.
Slide 14 - Quizvraag
Welke passieve zin is goed?
A
Er wordt vandaag goed opgelet.
B
Vandaag wordt goed er opgelet.
C
Vandaag er goed opgelet.
D
Wordt goed opgelet vandaag.
Slide 15 - Quizvraag
Vervang de zin 'Mijn koffers liggen al in de auto' door een zin met 'er'
A
Mijn koffers liggen er al in de auto.
B
Er liggen al mijn koffers in de auto.
C
Mijn koffers liggen er al in.
D
Mijn koffers liggen erin.
Slide 16 - Quizvraag
Hoe ging het?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
Meer lessen zoals deze
Wat is 'er'?
December 2023
- Les met
21 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Wat is 'er'?
September 2023
- Les met
20 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
9. Noord-Brabant - industrie en innovatie
September 2021
- Les met
25 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Hoofdstuk 8
Juni 2023
- Les met
42 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Les 22: actieve en passieve zinnen bewust gebruiken
Januari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Onderwerp
September 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 22: actieve en passieve zinnen
Januari 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
D3 uitleg er (wk 44, les 2)
November 2021
- Les met
25 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 2