Smart doelen KV groep

SMART leerdoelen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SMART leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van deze les...
- weet je wat SMART betekent,
- weet je hoe je een SMART leerdoel moet formuleren,
- heb je 2 persoonlijke en 2 inhoudelijke leerdoelen geformuleerd.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is, volgens jou, het nut van een leerdoel?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Waar staat de S voor in SMART
A
Speciaal
B
Specifiek
C
Samen
D
Succesvol

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat de M voor in SMART?
A
Maakbaar
B
Motiverend
C
Meetbaar
D
Makkelijk

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat de T voor in SMART?
A
Tijdsgebonden
B
Tastbaar
C
Transparant
D
Training

Slide 8 - Quizvraag

Hoe formuleer je zo'n SMART leerdoel?

Specifiek:
Wat wil je bereiken?
Wie/ wat zijn erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom wil je het bereiken?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe formuleer je zo'n SMART leerdoel?

Meetbaar:
Gebruik getallen

Acceptabel:
Zie je jezelf dit doel halen?
Ben je gemotiveerd genoeg?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe formuleer je zo'n SMART leerdoel?

Realistisch:
Kan je dit doel wel behalen?
Heb je de mogelijkheden om het doel te behalen?

Tijdsgebonden:
Noteer start- en/of einddatum 
waarbinnen je aan dit doel wil werken

Slide 11 - Tekstslide

Hoe formuleer je zo'n SMART leerdoel?

Tip 1:
Formuleer een positief leerdoel.

Tip 2:
Maak het doel behapbaar en klein.
Beter meer kleine doelen dan 1 heel groot.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Doel:
Over 3 weken heb ik mij verdiept in de theorie rondom alle ziektebeelden die voorkomen binnen mijn stageplaats. 

Slide 13 - Tekstslide

Is dit een goed geformuleerd SMART doel?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Waarom niet?
Nee, dat doel is 
  • Niet specifiek
  • Niet meetbaar
  • Acceptabel en realistisch? Veel te groot!
  • Wél tijdsgebonden
 en moet in kleinere doelen opgesplitst worden.



Slide 15 - Tekstslide

Kleine doelen

Slide 16 - Woordweb

Hoe ga je dat aanpakken?
Beschrijf  hoe je je doel gaat bereiken 
en wat je daarvoor nodig hebt.

Welke activiteiten ga je inzetten / wat heb je nodig? 
Bijv. filmpjes kijken, boeken bestuderen.

Wat is je tijdsplanning? Bijv. in week 1 parkinson en CVA.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een persoonlijk leerdoel en een vakinhoudelijk leerdoel?

Slide 18 - Open vraag

Opdracht
Maak voor jezelf 2 persoonlijke en 2 vakinhoudelijke leerdoelen, die je kan gebruiken binnen je werkveld.
Schrijf ze SMART en werk ze uit; 
  • welke activiteiten ga je inzetten / wat heb je nodig ?
  • wat is je tijdsplanning?

Bespreek deze leerdoelen met  medestudent en vul elkaar aan.


Slide 19 - Tekstslide

Competent
  • Metingen koppelen aan leerdoelen
  • Door op loepje (naast meting) te klikken zie je wat in meting gevraagd wordt
  • Zoek metingen uit die passen bij je leerdoel
  • Sommige instellingen hebben eigen formulieren, gebruik deze om je leerdoel op te formuleren

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 21 - Tekstslide