6.5 Kerk en staat

§6.5 Godsdienst, politiek en rechtspraak
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§6.5 Godsdienst, politiek en rechtspraak

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan:
  • De scheiding tussen kerk en staat uitleggen
  • Uitleggen wat ketterij is
  • Een omschrijving geven van de rechtspraak in de middeleeuwen

Slide 2 - Tekstslide

De paus aan de macht
Tot ongeveer 1300:
  • God wilde één heerser op aarde: de paus
  • Vorsten moesten hem dankbaar zijn
  • De paus had het laatste woord

Slide 3 - Tekstslide

En vorsten dan?
Vorsten wilden meer macht
Vorsten vonden: "De kerk bemoeit zich met het geloof en de vorst met de staat"
oftewel scheiding tussen kerk en staat

Slide 4 - Tekstslide

Ketterijen
en inquisitie
95% van Europa was christen
Mensen uitten woede in ketterijen: meningen die niet mogen van de kerk
De kerkelijke rechtbank (inquisitie) moest dit oplossen
van het Latijn: inquisitio = onderzoek

Slide 5 - Tekstslide

Het verbranden van de voeten tot er geen vlees meer over is.
Iemand dwingen (te veel) water te drinken. Deze persoon zou kunnen verdrinken.
Iemand ophangen aan zijn armen achter zijn rug. Hierdoor schieten je schouders uit de kom en kan je moeilijk ademen.
De voorzitter van de inquisitie (op de stoel) met zijn hulpje (staand).
De secretaris die alle bekentenissen opschrijft. 
De toezichthouder van de stad die kijkt of alles gaat zoals het hoort.
De beulen (mensen die martelen).
We zijn in een donkere kelder onder de grond. Waarom is dat denk je?
De beulen hebben maskers op. Waarom was dat denk je?
Waarom was een bekentenis van iemand die gemarteld werd vaak niet betrouwbaar?

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdklem: Het hoofd van de veroordeelde werd in de klem geplaatst. Nadien draaide de beul aan de schroef en werd er steeds meer en meer druk uitgeoefend op de schedel van het slachtoffer. Eerst sloegen de tanden stuk op de kaken en nadien sprongen de ogen uit de oogkassen. Als een slachtoffer levend vrijgelaten werd, liep deze vaak permanente schade op aan kaken, hersens of ogen.

Slide 7 - Tekstslide

Peer: Een peervormige ijzeren bal werd in de mond van het slachtoffer gestoken. Deze was verbonden met een ijzeren stang, waar aan gedraaid kon worden. Als dit gebeurde opende de peer zich in drie of vier delen. Hierdoor werd de mondholte tot het uiterste opengerekt en de kaakt verbrijzeld, waardoor het slachtoffer nooit meer duidelijk kon spreken.

Slide 8 - Tekstslide

Tongtang: Met een speciale tang werd de tong van het slachtoffer in een snelle beweging uitgerukt, waarna de persoon nooit meer kan praten of liegen.

Slide 9 - Tekstslide

Rektafel: Deze tafel was niet dodelijk, maar was een van de pijnlijkste martelmethoden. Het slachtoffer moest op een tafel gaan liggen en werd aan handen en voeten vastgemaakt. Met een rad werden armen en benen langzaam uit elkaar getrokken.

Slide 10 - Tekstslide

Duimschroef: Te vergelijken met een kleine bankschroef die gebruikt werd om vingers en tenen te breken. Soortgelijk apparaat werd ook voor medische doeleinden gebruikt. Namelijk het rechtzetten van vingers bij gewonde soldaten.

Slide 11 - Tekstslide

Waterdruppel: Dit was een pijnlijke, langdradige straf. De veroordeelde werd met het hoofd onder een tube geplaatst waar continu een druppel koud water uit kwam. Na een tijd word je hier helemaal gek van.

Slide 12 - Tekstslide

In de Romeinse tijd

  • Overal hetzelfde recht

  • Iedereen gelijk voor de wet

  • Eén soort rechtbank
In de middeleeuwen

  • Verschillende regels

  • Niet gelijk voor de wet

  • Twee soorten rechtbanken: de gewone en de inquisitie (kerkelijk)

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje
Ketterij en inquisitie: heksenjachten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoger, beter, mooier



  • Om hun God te eren bouwden ze grote kerken (ook om rijkdom laten zien)
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
  • Geld hiervoor kwam van het volk

Slide 16 - Tekstslide

Kerkenbouw
Na 1000 worden overal in Europa kerken gebouwd.

Bouwstijl: Romaans

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken Romaanse bouwstijl
  • kleine ramen
  • dikke muren
  • rond plafond of koepel


Slide 18 - Tekstslide

Gotische kerken
Na 1200 nieuwe bouwstijl: Gotiek

Kenmerken
- grote hoge ramen
- spitse bogen
- glas in lood ramen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan:
  • De scheiding tussen kerk en staat uitleggen
  • Uitleggen wat ketterij is
  • Een omschrijving geven van de rechtspraak in de middeleeuwen

Slide 21 - Tekstslide